Columns

Aan de zijlijn

7 juli 2014, Supportbeurs

Als je lichaam je beperkt in wat je graag zou willen, is het handig dat je goed kunt omgaan met verliezen. Niet alleen met het verliezen van functies van je lichaam, maar ook het verliezen van bijvoorbeeld sportwedstrijden die vaak al in het klein beginnen op school.

Uit ervaring weet ik dat het lastig is om goed te kunnen omgaan met een lichaam dat een tijdje terug nog veel meer kon dan nu. Het woord ‘verliezen’ heeft voor mij meerdere betekenissen. Het is voor mij mede verbonden aan ‘niet mee mogen doen’.

Daarbij denk ik aan de gymlessen op de lagere school. Alle kinderen moesten van klein naar groot op een witte lijn gaan staan voor het begin van de les. Ik kwam elk jaar in een hogere klas terecht – in mijn koppie had ik immers geen beperking – maar bij de gymlessen bleef ik uiterst rechts staan.

Als er bij een balspel twee groepen gevormd dienden te worden, werd ik altijd als laatste gekozen. Iedere keer hoopte ik dat het deze keer anders zou zijn. Maar nee, als groep nam je mij er gewoon maar bij. Jaar in, jaar uit.

Gek genoeg heb ik dit op het schoolplein tijdens de pauzes niet zo ervaren. Daar speelde ik gewoon mee met de rest. Aan het knikkeren, touwtje springen en elastiekenquiz heb ik leuke herinneringen.

Vele jaren later, merkte ik ineens wat een impact dit alles nog steeds op mij had. Ik was rond de dertig en volgde een cursus in Utrecht. Tijdens deze cursus waren er opdrachten die in groepjes van twee uitgevoerd dienden te worden. Ik wachtte zenuwachtig af, durfde op niemand af te stappen en dacht dat ik wel als laatste ingedeeld zou worden.

Toen een zekere Elise tegen me zei: ‘Liesbeth, zullen wij samen deze opdracht doen?’, wist ik niet wat ik hoorde. Ik geloofde haar eerst niet, maar Elise was heel serieus en met een glimlach kwam ze bij me zitten. Bij de evaluatie met de groep heb ik deze ervaring gedeeld en begon prompt te huilen.

Tegenwoordig zie ik regelmatig kinderen en als het gesprek op winnen en verliezen komt, probeer ik ze duidelijk te maken dat meedoen veel belangrijker is dan winnen. Natuurlijk is het leuk als je wint en dat je feest kunt gaan vieren, omdat jouw club heeft gescoord. Maar het is minstens zo belangrijk dat je ook, in de groep, samen je verdriet en je boosheid kunt delen als je verliest. Als je alleen aan de kant staat, omdat je niet mee mag of kunt doen, moet je je verlies alleen dragen en dat is nog veel lastiger. Het doet me goed als ik zie dat kinderen met een beperking of ziekte meedoen met hun klas- of groepsgenoten en dat ik ze samen zie winnen of verliezen.

In de huidige maatschappij is nog veel ongelijkheid en staan er nog te veel mensen aan de zijlijn af te wachten wanneer ze mee mogen doen. Maar ik merk ook veranderingen op scholen, in verenigingen en in buurtschappen. Hier krijgen de woorden ‘samen, meedoen en respect’ hun betekenis terug. En dat voelt goed.

Bekijk & lees alle columns door Liesbeth van Assche

Ook interessant