Bureaucratie rondom Sylvia’s bedleestafeltje
Sylvia is moe. ‘s Avonds wordt haar pijn erger, maar als ze plat op bed gaat liggen zakt het. Ze vindt het fijn om dan nog wat te lezen of te internetten. Maar zelfs een boek vasthouden valt haar nu zwaar.
Mams komt een welterustenkus brengen. ‘Gaat het Syl?’ Sylvia legt het probleem uit. ‘Ome Cor is erg handig, die kan vast iets voor je maken,’ zegt mam. ‘Hou toch op met dat halfgebakken kluswerk mam! Er zal toch wel een soort tafeltje te koop zijn?’ Mam sputtert tegen, want zij is van origine een Zeeuws meisje. En die zijn zuinig.
Na een tijdje googlen, vindt Sylvia uiteindelijk ‘bedleestafeltje’ bij leveranciers van hulpmiddelen.
‘Kijk eens mam, deze zou toch ideaal zijn? Ze wijst op een mooi tafeltje met wieltjes, dat je onder- en over je bed kunt schuiven en een in hoogte en hoek verstelbaar blad heeft. Daar kan je boek op liggen of je laptop op staan. De prijs valt zelfs het Zeeuwse meisje mee.
‘Laten we voor alle zekerheid nog even advies aan je ergotherapeute vragen’ zegt mam wijs. Een week later komt die langs, en zij is het eens met Sylvia’s keuze. ‘Misschien kun je het als gratis voorziening krijgen’ zegt de ergotherapeute, ‘en voorlopig kun je een bedleestafeltje van de Thuiszorg lenen.’ Daar heeft mam wel oren naar.
Bureaucratie
Binnen een paar dagen bezorgt de Thuiszorg een bedleestafeltje. Jammer, het is niet zo goed als wat Sylvia en ergotherapeute hadden uitgezocht, maar dit is tijdelijk.
Een maand later belt er een mevrouw van het Centraal Indicatieorgaan Zorg. Zij stelt indringende medische vragen en praat op een toon alsof Sylvia zich aanstelt. ‘Waarom vraagt u dit allemaal, u heeft mijn dossier toch?’ ‘Nee, zo werkt dat niet’ zegt de indicatiemevrouw. ‘Maar krijg ik het nu?’ vraagt Sylvia hoopvol. ‘Nee, u moet eerst zes maanden een tafeltje van de Thuiszorg lenen. Ondertussen behandelen we uw aanvraag. Ik beloof niks.’
Huilend rolt Sylvia naar haar moeder. ‘Mam, wat een bureaucratisch gedoe. Laten we het alsjeblieft zèlf kopen!’ ‘Nee kind, je zit in de molen, we moeten het nu afmaken’ zegt mam levenswijs.
Vijf maanden later. Er belt een leverancier van bedleestafeltjes. Alles is akkoord, er kan afgeleverd worden. Sylvia noemt het merk: ‘Is het zo’n tafeltje?’ ‘Nee mevrouw, maar deze is ook goed.’
Twee weken later wordt er een verkeerd bedleestafeltje afgeleverd. Het kan niet over haar bed geschoven worden.
Nu wordt de leeuwin in mam wakker. Haar gehandicapte dochter een half jaar aan het lijntje houden? Met grommende stem en woorden scherp als leeuwenklauwen gaat ze een rondje bellen.
Weer twee weken later wordt er een beter tafeltje bezorgd, maar niet zo goed als de eerste keuze. En net zo duur. Zelfs véél duurder als je de kosten van alle bureaucratie meetelt.
De moraal van dit verhaal:
Doe je huiswerk, vraag deskundig advies, en als het financieel half kan, overweeg om het hulpmiddel zèlf te kopen. Dat scheelt tijd, werk, en uiteindelijk (ook voor de overheid!) kosten.