Deel 1: Vriendelijk… in zorgland bereik je er vaak niets mee
Ik ben eigenlijk altijd vriendelijk. Dat is mijn karakter, het zit gewoon in mijn systeem.
Ik ga uit van het goede in mensen en ben niet cynisch of wantrouwend. Dat breekt me weleens op hoor, soms raak ik diep teleurgesteld in mensen die ik onvoorwaardelijk vertrouwde. Privé ben ik daardoor minder naïef geworden, maar blijf ik eigenwijs lekker mijzelf. Daarbuiten ben ik wel veranderd, want in zorgland levert vriendelijk zijn zelden iets op. Er is namelijk een opvallend verschil tussen gewone dienstverlening en dienstverlening in de zorg.
Bij gewone dienstverlening worden medewerkers strak getraind in klantvriendelijkheid. Ze denken mee en proberen een zo goed mogelijke service te verlenen, want als klanten zich niet netjes behandeld voelen gaan ze gewoon naar een ander. In zorgland werkt dat anders. Daar is meestal geen vrije keus, vaak ben je veroordeeld tot de dienstverlener die de mooiste en goedkoopste offerte maakte in de aanbesteding. Offertes met mooie beloftes die vaak loze beloftes blijken te zijn.
In zorgland bereik ik vaak niets met vriendelijkheid. Als ik niet op mijn strepen ga staan word ik aan het lijntje gehouden of verdwijnen we onderop de stapel. Als ik niet bel, gebeurt er niets. Ook al staat er al twaalf jaar in Daans dossier dat hij gehandicapt is en wat de gevolgen daarvan zijn, ik moet het keer op keer opnieuw uitleggen.
Ik ben met Daan in de oneindige verantwoordingscultuur van zorgland terecht gekomen. Ik moet blijven uitleggen dat zijn handicap blijvend is, ondanks therapie en medicatie. Dat zelfs een bezoek aan Jomanda en Lourdes daar niets aan kunnen veranderen. Dat het geen doemdenken van mij is, maar de harde realiteit. Daarom heb ik noodgedwongen een andere karaktertrek ontwikkeld: die van onaardige, assertieve moeder die op haar strepen staat, zich nooit laat afschepen en overal bovenop zit. De naam Wolfkamp is daardoor inmiddels berucht. Als ik mijn naam noem aan de telefoon is de reactie vaak “ah de moeder van Daan??” Inderdaad, die moeder die niet met zich laat sollen. Ik moet wel. Hoe erg ik dat ook vind, zakelijk en onaardig zijn, is meestal de enige manier om voor Daan te krijgen wat we nodig hebben. Dus ik controleer, houd bij, schrijf deadlines op de kalender, bel, mail en ga langs als het nodig is. Ik ben naast Daans moeder, verzorger en begeleider tevens zijn secretaresse. Mijn to do lijstje wordt voor tachtig procent gevuld met dingen die op een of andere manier met Daan te maken hebben. Het is een strijd zonder einde, want er valt altijd wel iets te regelen.
Zoals een nieuwe rolstoel. Daans rolstoel is instelbaar, maar heeft inmiddels de maximale instelling bereikt want hij groeit heel hard. Was hij nog lang mijn kleine droppie, inmiddels is hij mijn grote kleine man. Twaalf jaar en in korte tijd naar de een meter vijfenzestig geschoten. Als Daan even rechtop tegen mij aan staat komt zijn hoofd al voorbij mijn kin. Alles wordt in razend tempo te klein. Kleding, spalken en nu dus zijn rolstoel.
Door ervaring wijs geworden, vraag ik ruim op tijd een nieuwe aan bij de gemeente en zet daarna het woord “rolstoel” op mijn to do lijstje…
Column geschreven door Jacomien:
Jacomien (44) is getrouwd met Paul (52) en moeder van Daan (12) en Gijs (5). Daan werd zeven weken te vroeg maar gezond geboren. Twee dagen na zijn geboorte kreeg hij een hersenbloeding en raakte daardoor ernstig meervoudig gehandicapt. Dat zette alles op zijn kop. De zware en intensieve zorg voor Daan is allesbepalend in hun gezinsleven. Toch zijn zij een hecht en gelukkig gezin. In dit blog een kijkje achter hun voordeur.
Bekijk & lees alle columns door columnisten van Stichting Lotje&co