Columns

Frustrerende conversatie met ambtenaar

7 mei 2017, Supportbeurs

Al op de middelbare school realiseerde ik me dat het goed zou zijn als er iemand met een beperking in het bestuur van de school zou zitten, zodat de directrice zou weten waar studenten met beperkingen behoefte aan hadden. De school was gericht op kinderen zonder handicap, maar tien procent van de leerlingen had bepaalde extra’s nodig waardoor ze met hun handicap toch de opleiding konden volgen. Sommigen hadden wat meer tijd nodig om naar hun volgende les te komen, terwijl anderen iemand nodig hadden die voor hen aantekeningen kon opschrijven of lezen. Totdat ik in het bestuur kwam hadden de directrice en de andere bestuursleden hier nooit bij stilgestaan en de studenten moesten dit voor zichzelf regelen. Waarom? Omdat de bestuursleden zelf geen beperkingen hadden!

Gilbert Esser’s reactie op mijn laatste blog:
“Als mantelzorger en als persoonlijk begeleider herken ik dit maar al te goed. Sterker nog, op dit moment loopt er een aanvraag rolstoel. Anderen, in mijn ogen niet-deskundigen, bepalen wat de geschikte stoel is. Kapitalen worden uitgegeven aan rapporten. Rapporten met fouten. Adviseurs, en in dit geval onze gemeente, overleggen en wat de uiteindelijke gebruiker er van vindt doet er niet toe. Inmiddels al een jaar aan het wachten op een rechtszaak in hoger beroep. Nieuwe aanvraag is ingediend, want na 3 jaar wachten (ziektebeeld langzaam progressief) is de wens om een geschikte rolstoel te krijgen er nog steeds…”.

Dit herinnerde me aan de frustrerende conversatie die ik indertijd had met de ambtenaar die zou beslissen of ik een handbewogen rolstoel kon krijgen. Ik had al een elektrische rolstoel, dus volgens haar moest ik het daarmee doen.

Mijn eerste argument voor de handbewogen rolstoel was het feit dat de elektrische rolstoel niet in onze auto paste. Haar antwoord: “Dan ga je met de taxi”.

Soms deed ik dat wel, maar wat doe je als je ergens heen wilt waar het niet toegankelijk is voor een elektrische rolstoel, maar wel voor een handbewogen model? Deze logica kon ze al niet snappen en ze vroeg waar ik dan niet binnen kwam. Ik zei: “Nou, het begint al dicht bij huis, bij de slager (voordat deze toegankelijk was) op de hoek van mijn straat. Daar zijn twee drempels die te hoog zijn om de zware elektrische rolstoel met het gewicht van de motor overheen te tillen, maar wel laag genoeg om met een handbewogen rolstoel te overbruggen.”

“Is er geen slager in het dorp waar je wel met je elektrische rolstoel binnen komt?”

“Er zal wel ergens een andere zijn, en rijden daar naar toe met deze stoel zou misschien een optie zijn als het altijd mooi weer was, maar voor mij is rijden door kou en regen geen optie, want dan worden mijn spieren stijf en verga ik van de pijn.” Omdat zij mijn beperking niet had kon ze dit natuurlijk niet weten. “Stel jij nu echt voor dat ik een taxi neem naar het dorp om naar een slager te gaan, terwijl ik naar die op de hoek zou kunnen gaan als ik de goede rolstoel ervoor had?” Blijkbaar snapte zij ook niet hoe taxi’s voor mensen met beperkingen werken. Je moet minstens een uur voor de gewenste ophaaltijd bellen voor een rit. Je moet ook aangeven hoe laat je terug wilt. De taxi kan een kwartier eerder of later dan de afgesproken tijd komen en onderweg kan het zijn dat er ook nog andere mensen opgehaald of afgezet moeten worden. Dit allemaal voor een stukje vlees dat daardoor drie keer zo duur wordt… Oh ja, en hoe verder van huis de toegankelijke slager is, hoe duurder het vlees wordt!

“Zijn er andere plekken waar je niet naar binnen kunt met je elektrische rolstoel?” vroeg ze daarna.

“Serieus!” dacht ik, terwijl ik uitlegde dat er genoeg winkels zijn die ook hoge drempels hebben. Haar antwoord: “De winkeliers kunnen er een plank overheen leggen, zodat jij naar binnen kunt rijden.”

“Sommigen hebben wel een plank liggen, maar wie zegt dat ik bij die winkel überhaupt naar binnen wil? Net als iemand zonder beperkingen wil ik zelf bepalen waar ik mijn kleren en dergelijke koop en niet gedwongen zijn om een winkel binnen te moeten gaan, omdat daar toevallig een oprijplank ligt”.

“Er zijn ook winkeliers die een plank in hun winkel hebben en deze zo nodig uit kunnen leggen”.

“Klopt. Dan moet je op het raam kloppen in de hoop dat binnen iemand je hoort. Vervolgens zit je daar te wachten, terwijl mensen je dom aankijken als ze langs je lopen. Natuurlijk willen sommigen mij ook helpen, dus beginnen ze aan mijn rolstoel te trekken en te duwen, maar dat lukt niet omdat het te zwaar is. Ik moet dan in mijn onduidelijke spraak proberen hen duidelijk te maken dat er zo iemand uit de winkel komt om mij te helpen.”

“Er zijn ook restaurants met deuren die niet breed genoeg zijn voor deze rolstoel. Handbewogen rolstoelen zijn wat smaller.”

“Kookt je man niet?”

“Wij koken allebei, maar soms willen we graag uit eten.” Ik kon zien dat zij verbaasd was en vroeg: “Jij toch ook?”

In plaats van een antwoord kwam haar volgende vraag: “Zijn er restaurants waar je wel binnenkomt?”

“Zeker. Maar betekent dat, dat wij alleen naar die paar restaurants kunnen? Ze liggen niet allemaal bij ons in de buurt, zijn niet allemaal naar onze smaak en spontaan ergens gaan eten is op die manier onmogelijk, omdat wij dan eerst een taxi zouden moeten bellen.”

Zij had genoeg gehoord en zei dat ze niets kon beloven, want: “Het is niet gebruikelijk voor onze gemeente om een handbewogen rolstoel te geven aan iemand die al een elektrische heeft. Misschien doen andere gemeenten dat wel.”

Het was door al deze argumenten dat ik blij was toen Otwin van Dijk in de Tweede Kamer zat, groot voorvechter van toegankelijkheid in Nederland. Door zijn dwarslaesie is hij iemand die zeker inzicht heeft in hoe ontoegankelijkheid voelt. Deskundigen zoals hij heeft Nederland eigenlijk nodig in elke instantie, die met mensen met een beperking werkt.

Tot op de dag van vandaag is het op mijn oude middelbare school verplicht dat minstens één lid van het bestuur van de school iemand met een beperking is.

Ik heb uiteindelijk gelukkig een handbewogen rolstoel van mijn gemeente gekregen en vorige week, toen mijn man uit zijn werk kwam, zijn wij spontaan ergens uit eten gegaan!

Bekijk & lees alle columns op SupportBeurs.nl door Christine Regber-Martens

Ook interessant