Geven om leven

Ik heb een man gekend. Hij is niet oud geworden. Zijn nieren werkten niet goed. Ik herinner me zijn gele gelaatskleur, ik herinner me vooral zijn strijd. Zijn strijd voor mensen met een handicap om mee te doen, zijn inzet voor een toegankelijke samenleving. Bovenal herinner ik me zijn aanstekelijke lach.
Samen praatten wij in de Tweede Kamer met een lid van de Tweede Kamer over het Nederlandse systeem van orgaandonatie. Hij gebruikte zakelijke argumenten om dat te veranderen. Het systeem is tot nu toe gebaseerd op het idee dat orgaandonatie alleen mag plaatsvinden als mensen daar nadrukkelijk toestemming voor hebben gegeven. Als iemand die keuze niet vastlegt, kunnen zijn of haar organen niet gebruikt worden. Het uitgangspunt van de Nederlandse wetgeving is dat mensen zelf het recht hebben om over het eigen lichaam te beschikken. Daar is veel voor te zeggen, op het eerste gezicht lijkt het een zuiver en verstandig uitgangspunt. Je lichaam is immers geen staatseigendom.
Maar toch wringt er iets. Lang niet iedereen laat zich als donor registreren. De meeste mensen doen het niet. Dat beperkt het aantal mogelijke orgaantransplantaties. De man die ik kende werd niet geholpen. Misschien zou hij wel geholpen zijn als hij tijdig een andere nier had gekregen.
In de meeste Europese landen kennen ze een ander systeem. Daar geldt dat orgaandonatie mogelijk is, tenzij men zelf nadrukkelijk bepaalt dat niet te willen. Zo zijn er in België veel meer mensen potentieel donor dan in Nederland.
Het D66 Kamerlid Pia Dijkstra pleit al jaren voor een verandering van het Nederlandse systeem. Ze heeft een initiatiefwet gemaakt, om dit te regelen. Hiertegen bestaat weer verzet vanuit liberale en Christelijke kring.
De man die ik kende is zes jaar geleden overleden. Ik denk nog regelmatig aan hem. We dronken samen wel eens wat op een terras, regelmatig troffen we elkaar in vergaderingen. Hij beschikte over een mooie combinatie van humor en strijdlust. Hij pleitte hartstochtelijk voor een systeem waar het doneren van een orgaan ruimhartiger wordt geregeld. Pas achteraf realiseerde ik mij ten volle dat het voor hem niet alleen ging over beginselen waar je zus of zo over kunt denken, maar om zijn kansen om te blijven leven. Dat laatste sprak hij nooit uit.
Daarom heeft het initiatief van Pia Dijkstra mijn sympathie. Ik vind zelfbeschikking over het eigen lichaam een groot goed, maar voor mij weegt het kunnen helpen van een ander mens, als je overlijdt, toch het zwaarste. Met een ruimer systeem zullen meer mensen geholpen kunnen worden.
Wat mij betreft is het een verbetering als de politiek in Nederland deze omslag maakt.