Heeft onze dochter door dat wij op vakantie gaan?
Als wij onze auto helemaal volgepakt hebben met koffers en tassen is onze dochter aan de beurt. De ruimte die er nog over is, is net voldoende voor haar en haar rolstoel. Wij proberen nog iets onbreekbaars op haar schoot te leggen maar daar is ze het duidelijk niet mee eens. Met een achteloos gebaar wordt het opzij gegooid.
Zo gauw wij rijden heeft ze haar wiebel gevonden en dan duurt het niet lang meer of haar ogen gaan dicht. Dit is haar ideale manier van reizen. Ze heeft een hekel aan stoplichten en aan rotondes want die verstoren haar ritme tijdens het wiebelen. Af en toe kijkt ze even om te zien waar we zijn. Wij vragen ons af, Zou ze in de gaten hebben dat wij met haar op vakantie gaan? Wij hebben geen woorden om het tegen haar zeggen, omdat ze onze woorden niet kan horen. Ze leeft in een stille wereld. Onze dochter spreekt de taal van het lichaam.
Als wij langer dan een half uur rijden wordt ze nieuwsgierig. Meestal zijn wij op de plek van bestemming na zo’n half uur rijden, maar nu gaan wij verder en ze heeft het in de gaten. Haar wiebel stopt en wij zien haar met interesse naar buiten kijken. Ineens, als ze het Veluwemeer ziet, heeft ze in de gaten dat het anders is dan anders. Er verschijnt een glimlach op haar gezicht en die glimlach wil er niet meer af. Ze kent het woord vakantie niet maar weet wel wat vakantie is. Als je vakantie hebt slaap je niet in je eigen bed, is alles anders en is er elke dag wel wat leuks.
Wij hebben een mooi groot huis gevonden dat helemaal aangepast is voor mensen met een handicap Het hoog-laagbed is bijna hetzelfde als die in haar twee thuizen staan. Wij verzetten het bed, omdat haar vingers anders een weg vinden achter het behang. De badkamer kunnen wij met de rolstoel zo inrijden. De koelkast staat op de goede hoogte voor haar en als wij even niet opletten wordt die geplunderd. Ze weet dat ze snel moet zijn, want bijna altijd staat er iemand met een ‘nee -gebaar voor de koelkastdeur. De ruime ruimte nodigt haar uit om zelf de wielen van haar rolstoel beet te pakken en ze gaat op onderzoek uit.
Het allermooiste van vakantie voor haar is de tijd. Ze hoeft nergens op tijd te zijn en dat past helemaal bij haar, want zij heeft alle tijd. Ze heeft er moeite mee dat wij de tijden in stukjes hebben gehakt en er daardoor uren en minuten zijn ontstaan. Omdat wij dat gedaan hebben moet zij ergens op tijd zijn. Daar heeft ze in de vakantie geen last van.
Ze mag slapen zo lang ze wil en als ze wakker wordt zie je haar rondkijken. Het is nog steeds anders en de glimlach komt weer tevoorschijn. Ze weet zelf de weg al in het vakantiehuis en rijdt zelf naar de douche.
Als wij een uitstapje maken met de auto is ze waakzaam. Met de auto kun je ook weer naar huis toe rijden en daar is ze nog lang niet aan toe. De wiebel komt deze keer niet en ze is te druk om haar ogen te sluiten. Ze kijkt om zich heen en als wij na een poosje ergens gaan zitten en zij een biertje krijgt heeft ze het door. De vakantie is nog lang niet om, maar… aan het einde van de week pakken wij onze auto weer vol met tassen en koffers. In de ruimte die overblijft is er weer plaats voor onze dochter met haar rolstoel. En deze keer lijkt ze te begrijpen wat er gaat gebeuren. Ze zit stil en gelaten in haar rolstoel en als wij een poosje later naar haar kijken zien wij een paar dikke tranen over haar wangen rollen.
Het kost ons een beetje moeite om door te rijden naar huis waar de tijd weer in stukjes wordt gehakt.