Columns

Het grootste cadeau onder de kerstboom

15 december 2013, Supportbeurs

DEEL 2

Vervolg op de column ‘Een jetlag, spanningen voor kerstfeest of…?’

Het is een familietraditie om op Kerstavond naar de nachtmis te gaan. Toen de priester preekte over de Heilige Familie dacht ik aan het gezin dat Jonas en ik waren begonnen. Gelukkig zat Jonas tussen mij en mijn ouders, zodat zij de vreugdetranen niet konden zien die in mijn ogen opwelden. Voor het éérst in mijn leven begreep ik de betekenis van Kerstmis. Mijn hart voelde zó vol dat ik dacht dat het ter plekke zou barsten.

Over slechts enkele uurtjes, na het traditionele Duitse Kerstmaal, zouden we mijn ouders laten delen in ons kleine geheim. Ik kreeg niet veel op van de witte worst en de rodekool met aardappels. Ik was niet misselijk, maar ik kon niet wachten om mijn ouders hun cadeau te geven. Alsof het wachten tot iedereen klaar was met eten nog niet genoeg was, moest ik ook nog mijn geduld bewaren tot mijn vader de vaatwasser had gevuld en mijn moeder alles wat er niet meer in ging met de hand had afgewassen. Als kind al hield ik hier niet van, maar nu leek het nog véél erger. Ik zat op mijn vaste keukenstoel toe te kijken hoe alles werd opgeruimd en stelde me voor hoe mijn kind op een Kerstavond het zelfde ongeduld zou hebben.

Eindelijk luidde mijn moeder de traditionele Kerstbel ten teken dat we bij de boom mochten gaan zitten. Het betekende nóg niet dat de cadeaus geopend konden worden, maar dat de jaarlijkse Kerstfoto’s gemaakt moesten worden. Jonas nam er eentje van mijn ouders bij de boom en toen eentje van mij met mijn ouders. Daarna was de beurt aan mijn vader om er een te maken van mij, Jonas en ons ongeboren kind. Die glimlach op mijn gezicht kwam van de gedachte dat volgend jaar onze zoon of dochter er bij zou zijn.  

Zoals gebruikelijk was ik degene die op de vloer zat bij de boom en de cadeaus uitdeelde terwijl iedereen in z’n stoel zat. Bukken en naar de cadeaus onder de boom reiken was geen optie. Ik zou niet alleen mijn evenwicht verliezen maar het verhoogde ook de kans dat een breekbaar cadeau zou vallen. Mijn opwinding steeg toen ik bij de laatste pakjes voor mijn ouders kwam. Het was gebruikelijk dat het beste tot het laatst werd bewaard. Mijn vader zou de zwangerschapstest krijgen en mijn moeder de verpakking. Ik overhandigde ze tegelijkertijd en legde uit dat de twee cadeautjes bij elkaar hoorden. Mijn vader had het zijne het snelst open en vroeg: ‘Wat moet ik met een thermometer? Ik ben toch niet ziek.’ Intussen had mijn moeder haar pakje geopend en vroeg: ‘Waarom krijg ik een lege doos?’

Ik kon niet begrijpen dat mijn ouders niet door hadden waar ze naar zaten te kijken, dus ik zei dat ze hun cadeaus met elkaar moesten ruilen. Kwam het omdat ze zelf nooit een zwangerschapstest hadden gebruikt, of konden ze het feit dat ik een kind zou krijgen niet geloven? Mijn gemoedsgesteldheid begon te wankelen.
 

Volgende week het laatste deel van deze column. 

Passage uit boek ‘Zoevendemamma Altijd De Hort Op’ door Christine Regber-Martens

Ook interessant