Columns

Hoe gaat het trouwens met u?

16 juni 2019, Supportbeurs

Een tijdje geleden trof ik een collegaatje van meer dan
dertig jaar geleden. “Haaaaaai, Else, haaai, haaaaai, hoe is het met jou? Gossiemoppie
meid, wat heb ik jou lang niet gezien zeg. Maar hoe is het?” “Goed!” zeg ik. Ze
is even van haar stuk gebracht. “Goed?” vraagt ze. “Goed!” herhaal ik,
“uitstekend zelfs.” Ze kijkt me verbaasd aan, vervolgt dan: “Maar je zit in een
rolstoel! … Hoewel, ja, je ziet er best goed uit, dus ja, het zal ook wel, maar…”
“Zeker,” zeg ik, “en hoe is het met jou?”

In de supermarkt tikt een kennis me op de schouder. Hij vraagt hoe het met me
gaat. “Oh, wel goed”, zeg ik laconiek. ”Niet zo goed dus”, concludeert de kennis.

“Hoe is het?” vraagt een oud-collega, met wie ik een leuk contact heb. “Wel goed,”
zeg ik. “Volgens mij betekent dit antwoord ‘het kan beter maar ik wil het er
verder niet over hebben’, klopt dat?” vraagt de oud-collega.

Zo vaak wordt me gevraagd hoe het met me gaat.
Hartverwarmend, als het oprecht gemeend is. Vervelend als iemand mijn antwoord
invult richting ‘niet zo goed’ en nog vervelender als iemand verbaasd is over antwoord
‘goed’, omdat ik in een rolstoel zit. Helemaal vervelend als ik aangeef dat het
goed gaat, en dat iemand dan op meewarige toon vraagt of dat echt wel zo is. Alsof
het niet goed kán gaan, omdat ik een spierziekte heb.

Lastig soms ook, die vraag. Vooral als ik me wat minder goed voel, terwijl er
niets bijzonders aan de hand is. Als ik moe ben, of een verkoudheidje heb. Als iets
in mijn lijf ergens voor een onschuldige, maar zeurende of stekende pijn zorgt.
Van die dingen die iedereen wel eens heeft, zeker als je geen twintig meer bent,
maar die mij net iets eerder uit balans trekken. Dan gaat het ‘wel goed’ en wil
ik het er inderdaad verder niet over hebben. Een nacht goed slapen of een milde
pijnstiller en ik ben er weer. Laten we aan zo’n klacht niet meer aandacht aan
besteden dan strikt nodig is; morgen is er immers weer een dag.

Als het niet goed gaat, als mijn lijf echt dwarsligt, dan vraagt niemand hoe
het gaat. Dan ben ik lekker thuis. De mensen in mijn directe omgeving zien het,
merken het, weten het, ontzorgen me, maar vragen niets. Geen woorden nodig;
heerlijk.
Prettig dat mijn oud-collega het door heeft en niet verder vraagt. Kunnen we
ons gewoon richten op leuke dingen, wel zo fijn.

Maar wat maakt dat mensen een neutraal ‘wel goed’ vertalen naar een ‘niet zo
goed dus!’? En die verbaasde en meewarig reagerende mensen, zouden die echt een
relaas willen hebben over allerlei minder prettige lijfelijke zaken? Van
schimmelnagel tot amandelsteentje? Van oorpijn tot jeukend vingerkootje? Van
strekspasme tot spierzwakte? Of zou het onhandigheid zijn, verlegenheid met de
situatie?

Lieve, goedbedoelende, meelevende mensen, het is heel eenvoudig:
als ik zeg dat het goed gaat, gaat het goed. Als ik zeg dat het wel goed gaat, dan
gaat het wel goed. Als het niet goed gaat, ziet u me niet, maar maakt u zich
vooral geen zorgen als u mij niet ziet. Dat wil namelijk niet direct zeggen dat
het niet goed met me gaat; het kan ook zijn dat ik gewoon lekker bezig ben met
allerlei zaken. Hoe gaat het trouwens met u?

Bekijk & lees alle columns door Else Klomps.

Ook interessant