Ik kom uit de kast: ik ben handisueel

Discriminatie op grond van ras, seksuele geaardheid of religie, is wettelijk verboden. Heel terecht!
Na 10 jaar tegenwerken en uitstellen, heeft de Tweede Kamer eindelijk besloten om het VN Verdrag voor de Rechten van Gehandicapten uit te gaan voeren.
Toegankelijkheid wordt de norm. ‘Ontoegankelijkheid’ moet uitzondering worden.
Dat werd hoog tijd, want gehandicapten zijn altijd gediscrimineerd door ontoegankelijke gebouwen en openbaar vervoer. En dat terwijl de overheid verwacht dat we ‘meedoen.’ Heel krom.
Eigen schuld?
Misschien is het ook een beetje onze eigen schuld.
Misschien hadden wij net zoals homosexuelen, lesbiennes en mensen met een andere huidskleur onze strijd moeten voeren. Zij hadden het morele gelijk aan hun kant, en later ook de wet.
Misschien hadden gehandicapten niet 50 jaar lang vriendelijk, boos of wanhopig voorbeelden moeten geven van ontoegankelijkheid, die ook een vorm van discriminatie zijn.
Niet ludieke demonstraties moeten houden en vruchteloos lobbyen bij beleidsmakers, maar desnoods met een ‘grote bek’ moeten zeggen;
‘ik ben Handisueel, nou èn? Discrimineer mij niet!
Mensen met een andere seksuele geaardheid, hebben met de wet in hun hand gestreden tegen discriminatie. Wij moeten dat nu óók doen. En doorpakken! Gewapend met oude- en nieuwe wetten en indien nodig met stemverheffing en gerechtvaardigd ongeduld.
Denk niet dat we er nu zijn!
We zullen nog vaak tegen onbegrip, onwil en bureaucratie aanrollen.
Maar dan moeten we gewoon stoer zeggen:
‘Ik ben een Handisueel, een mens net als u. Met een RECHT om zonder belemmering aan de maatschappij mee te kunnen doen. U mag mij niet langer discrimineren!’