Columns

Levenslang vechten voor benen op wielen

17 april 2017, Supportbeurs

1970: ‘Niet zo hard hoor, ik hou u niet meer bij!’ De verkoper van de driewieler motor invalidenwagen holt hijgend naast me tijdens de proefrit. Het gevaarte braakt een vettige benzinewalm uit en maakt meer herrie dan een brommer. Ik wil niet meer dat mijn vader me overal naar toe moet brengen, maar deze kar wil ik ook niet. Ik wil een echte ‘car’, een Daf. Maar daar is geen geld voor.

1973: Misschien met overheidshulp? Het kabinet den Uyl doet veel voor gehandicapten. Schriftelijk en mondeling houd ik een pleidooi voor mijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en kansen op werk. Na een jaar de ambtelijke molens gesmeerd te hebben, krijg ik hun fiat… een Dafje! Jubelend frommel ik mijn rolstoel achterin en ga op weg. Voor het eerst in 20 jaar ben ik onafhankelijk, ik heb benen op wielen!

1978: Van het GAK kun je een auto in bruikleen krijgen, als dat je enige manier is om je werk te kunnen doen. Maak pret, met een Opel Kadett.

1985: Ik ben een reclamebureau begonnen, en als ondernemer moet je de auto teruggeven aan het GAK. Overnemen mag ook. Dat lukt met moeite. Maar de zaak loopt goed, en later koop ik een dikke stationcar, waar rolstoel, eega, twee kleine kinderen en één grote hond moeiteloos in meekunnen.

1993: Mijn ziekte verslechterd, en het eigen bedrijfje is niet meer vol te houden. De grote stationcar (ik noem hem Slurp) wordt te duur. Ik wil me bijscholen in Heliomare Wijk aan Zee, maar daar is een auto voor nodig. Opnieuw onderbouw ik mijn plannen bij het GAK, en krijg een auto in bruikleen. In 1995 lukt het me om een baan bij de Marine te krijgen.

1997: Mijn arm- en beenfunctie verslechteren. Via internet en aanpassingsbedrijf B&S ontdek ik dat een bestelbus aan te passen is met een lift, zodat je met rolstoel en al in en uit de auto kunt. Het wordt een moeizame procedure bij het GAK, maar uiteindelijk krijg ik een perfect aangepaste Ford Transit bus in bruikleen.

2003: De Marine wil van een paar honderd medewerkers af, en ook van mij. Mede door de stress, verslechterd mijn ziekte verder. Ik kom in de WAO, en het GAK wll mijn rolstoelbus terug, of deze aan mij verkopen. Met allerlei vertragende procedures ‘rek’ ik de overname net zo lang tot ik voldoende geld heb.

2008: Na 11 jaar trouwe dienst, begint mijn Ford Transit aan vervanging toe te raken. Ik maak een plan om freelancewerk te doen, en klop aan bij het GAK. Die vinden dat ik nu vaak genoeg bewezen heb dat ik wil werken, maar het medisch beter is van niet. Via andere kanalen en de WMO dan? Dat lukt, en ik betaal zelf mee. Vanaf 2009 rijd ik een door B&S perfect aangepaste Mercedes rolstoelbus. Mij krijgen ze niet.

En nu
Ik weet dat ik altijd ‘bevoorrecht’ ben geweest met een auto. Maar dat heeft heel veel bloed, zweet en tranen gekost.
Ik vind het oneerlijk dat mensen die minder mogelijkheden hebben om het ‘gevecht’ met de instanties te voeren, wèl afhankelijk zijn. Ik vind het schandalig dat steeds meer gehandicapten een volkomen ontoereikend vervoersbudget krijgen. Ik vind het discriminerend dat het openbaar vervoer nog steeds slecht toegankelijk is. En ik word boos van beleidsmakers die glashard zeggen ‘dan vragen gehandicapten maar of hun buurman ze even weg wil brengen.’ Die combinatie van onwetendheid en onwillendheid werkt beklemmend isolerend.

Bekijk & lees alle columns door Kees de Jager

Bovenstaande column is eerder op SupportBeurs.nl gepubliceerd.

Ook interessant