Columns

Lieve dames

18 december 2018, Supportbeurs

Als ik op maandag- en vrijdagochtend naar mijn vrijwilligerswerk op de basisschool moet, komen ze vroeg. In de rest van de week sta ik op verschillende tijden ingepland. De dames van de thuiszorg. Al een aantal jaren helpen ze me met mijn ochtendzorg, zodat ik daarna met de dag kan beginnen.

Toen ik besefte dat ik steeds minder zelf kon, heb ik met mijn huisarts besproken wat de beste oplossing voor mijn dagelijkse verzorging zou zijn. We kwamen uit op het inschakelen van de thuiszorg. In het begin kwamen de dames drie maal per week, maar na nog meer verlammingsverschijnselen werd dat elke ochtend.

Natuurlijk moest ik wennen toen er iemand bij mij in de badkamer stond en vond ik het moeilijk om me letterlijk bloot te geven. Maar ik had geen keuze. Het was of thuiszorg of de hele dag blijven rondrollen in mijn pyjama.

En nu horen de dames bij mijn dagelijks leven. Ze nemen me zoals ik op die ochtend ben: vrolijk, verdrietig, levenslustig of geen puf. Ze dealen ermee, bieden een luisterend oor en als het nodig is, peppen ze me op. Ze weten wat ze tegen me kunnen zeggen en tonen begrip voor mijn situatie. En in de tussentijd word ik ook nog eens gewassen en verzorgd.

Soms realiseer ik me wel eens dat ik nooit meer zonder hen kan en dat ze de rest van mijn leven een onderdeel zullen zijn van mijn dag. Die gedachte benauwt me. Maar dat zegt meer over mijn afhankelijkheidsacceptatie dan over hun werkzaamheden.

De gedachte dat ik de rest van mijn leven een stoel met wielen onder me heb zitten, benauwt me net zoveel. Maar ook die zal ik nodig blijven hebben, wil ik kunnen blijven meedoen in deze wereld. En dat wil ik.

Het feit dat ik fris en fruitig naar school kan of andere dingen kan ondernemen, heb ik aan de thuiszorg te danken. Met belangstelling volg ik dan ook het nieuws over het tekort aan personeel in de zorg en de steeds maar stijgende zorgkosten. Mocht ik over tien of twintig jaar hier nog op deze aardbol rondrollen, hoe zal mijn zorg er dan uitzien? Is er dan nog wel voldoende thuiszorg? Hoe zit het dan met de kosten? Niemand die het weet.

Daarom probeer ik zoveel mogelijk te leven in het ‘nu’. Nu heb ik zorg nodig en nu zijn ze er voor mij. Dat is voor nu genoeg.

Ik heb het afgeleerd om ver vooruit te kijken en grootse plannen te maken. Het leven loopt toch zoals het loopt, met uitzondering van een paar eigen invloeden en keuzes.

Toen ik 25 jaar was en besloot om op mezelf te gaan wonen, had ik nooit gedacht dat ik ruim 20 jaar later rolstoel- en zorgafhankelijk zou zijn. En dat is maar goed ook dat ik dat toen niet wist.

Nu de situatie is zoals die is, ben ik blij met de zorg die er rond mij georganiseerd is en met de dames die iedere ochtend voor mij klaar staan om mijn kwaliteit van leven zo goed mogelijk te houden. Ik hoop dat de zorgverzekeringen en de overheid inzien dat zorg voor hulpbehoevenden belangrijk is en dat deze zorg vaak de drempel is naar nog kunnen meedoen in de maatschappij of niet.

Dank je wel lieve dames!

Bekijk & lees alle columns door Liesbeth van Assche >

Ook interessant