Columns

Mantelzorg?

26 juni 2014, Supportbeurs

‘Hoi Kaat, heb je ingezonden brief in de krant gelezen. We moeten elkaar maar helpen he? Nou, meid, als ik kan helpen, dan weet je me te vinden he?’

Ik bedank en steek mijn hand op als ze mijn rolstoel voorbij fietst. Bij de Super staat overbuurvrouw haar weekendboodschappen in te pakken. ‘Schandalig vind ik die plannen van het kabinet. Als ik eens boodschappen voor je kan doen, dan hoor ik het wel.’ Juf Joke die aan het afrekenen is, knikt strijdvaardig. ‘Op mij kun je ook rekenen hoor. Ik woon toch bij je in de buurt.’

Als ik thuiskom met het brood en de melk, doe ik uitgebreid verslag van iedereen die me nu al hulp aangeboden heeft. Ik hoef me geen zorgen over de toekomst te maken, beweer ik tevreden, maar mijn man denkt daar meer genuanceerd over.

Ik besluit de proef op de som te nemen, pak de telefoon en bel de overbuurvrouw.

‘Kaat, hoi. Je bed verschonen? Ongelukje?’ Ze heeft het vreselijk in haar rug en verontschuldigt zich maar wil altijd een boodschap doen. Ik bel hondenvriendin Lotte. ‘Omkleden? Ach, wat vervelend nou, maar ik sta op het punt naar een feestje te gaan, maar bel gerust als ik eens boodschappen kan doen.’ Mijn nichtje dan. ‘Hoi tante, in bed helpen? Nou, nee, ik laat je vast vallen, maar heb je geen boodschappen?’ Een beetje grimmig bel ik Wieke van de leesclub. Die zal zeker komen, wed ik in mezelf. ‘Met een tillift? Nee, joh, lijkt me doodeng. Maar ik kan morgen wel boodschappen meebrengen?’ Ongelovig toets ik nog één nummer in en houd mijn adem in. ‘Morgen mee naar het ziekenhuis? Nee, sorry, ik kan niet. Heb zelf een afspraak bij de huisarts. Zo’n last van maagpijn. Maar als je nog eens een boodschap….’

Met een zucht van verlichting zie ik een half uur later de poort openzwaaien en mijn vaste verzorgende binnenkomen. Ze ruimt af, loopt met me naar de badkamer en babbelt gezellig terwijl ze me uit mijn kleren helpt en het bad aan zet. Als ik in de bubbels lig, zet ze de wasmachine aan en ruimt de slaapkamer op. ‘Geen idee waarom het vandaag zo druk in de supermarkt was’, zegt ze terwijl ze mijn haren wast. Met een grijns beweer ik dat het de schuld van de overheid is. ‘Allemaal mantelzorgers!’

Ook interessant