Moeten gehandicapten ‘Plofkip’ worden?
Er staat een beperkt groepje op de hangplek vlakbij de ingang van de Hema. Wat senioren, zittend in een scootmobiel of op hun rollator. Een paar rolstoelers. Een donkere man die te koud gekleed is. Misschien net gearriveerd in het asielzoekerscentrum verderop.
Twee rolstoelers, een 60-plusser en een 20-plusser, voeren met stemverheffing een gesprek:
‘We moeten die zakkenvullers van de gemeente eens in een rolstoel zetten, en ze dan zélf door de stad laten rijden. Kunnen ze merken hoe ontoegankelijk alles is’ zegt de jonge rolstoeler strijdlustig.
De oude rolstoeler lacht cynisch. ‘Hebben wij tien jaar geleden ook gedaan. Hun gestuntel was vermakelijk. Ze beloofden dat het opgelost zou worden. Niet dus.’
‘Dan had je de straat op moeten gaan, protesteren!’ zegt de jonge strijder grimmig.
De oude strijder haalt z’n schouders op. ‘We dachten toen dat we met overleg méér konden bereiken. Toch hebben we als gehandicaptenplatform een keer gedemonstreerd. Alle rolstoelers van de stad opgeroepen om de ingang van het stadhuis te blokkeren. Vooraf de gemeente, de krant en de regionale omroep ingeseind. Er kwamen zo’n 50 rolstoelers, een heleboel belangstellenden en media. Het werd een gezellige chaos.’
Beter Plofkip of Zwarte Piet?
De oude strijder vervolgt: ‘De wethouder kwam kijken en gaf iedereen koffie. Hij hield een sussend praatje. ‘Ik zit bovenop de problemen van gehandicapten’ zei hij.
Ik heb toen hard geroepen; ‘Kennelijk legt u niet genoeg gewicht in de schaal!’
De oude strijder glimlacht. ‘Op zo’n moment heb je de lachers op je hand, en voor de televisie was het ook een leuk moment. Maar uiteindelijk veranderde er niets.’
De jonge strijder vloekt hartgrondig. ‘Het is fucking schandalig.’ Hij pakt zijn smartphone en begint driftig te Facebooken en te Twitteren.
‘Weet je wat het is joh’ zegt de oude strijder vaderlijk, ‘het lééft niet echt bij de politiek. Ze kunnen niet ‘scoren’ met gehandicapten. Daar vergissen ze zich in, want 8% van de bevolking heeft een functiebeperking.’ Hij lacht spottend:
‘We kunnen beter Plofkip of Zwarte Piet worden, dan wordt er wèl actie voor ons gevoerd.’
De jonge strijder valt hem in de rede: ‘8%? Hoeveel mensen zijn dat?’
‘Anderhalf miljoen, jonge vriend’ antwoordt de moegestreden zestiger.
Sommige voorbijgangers houden hun pas in om even wat op te vangen.
De jonge strijder verheft zijn stem en richt zich tot het winkelend publiek. Hij is niet vies van wat demagogie.
‘Ja mensen, u hoort het goed. An-der-half miljoen gehandicapten in dit rijke land, en ze draaien ons de nek om’ roept hij hard.
‘Thuiszorg? We krijgen nog maar de helft. Uw buren kunnen ook best wat doen, zegt de gemeente. Effe eerlijk: Komt u elke dag mijn kont wassen?’
De omstanders kijken verschrikt.
‘Nee hè, dat dacht ik al! U heeft nog gelijk ook.
Par-ti-ci-peren? Hoe dan? In het buurthuis? Ontoegankelijk! Avondje naar de bioscoop? Kunnen wij niet in. Sociale werkplaats? Mag niet meer. Dagbesteding? Wordt opgeheven.
Keihard roept hij: Like onze actie op Facebook: ‘Gehandicapten Ploffen van woede!’