Nieuwe definitie van gezondheid
Ben ik gezond?
Ben ik ziek? Nee, ik vind van niet. Heb ik een aandoening? Dat geloof ik wel. Maar ben ik gezond? Dat geloof ik ook. Ik vind nogal wat vandaag. Een aantal gerenommeerde internationale wetenschappers vinden er ook wat van. Onder leiding van arts en onderzoeker Machteld Huber kwamen zij tot een nieuwe definitie van gezondheid: “Het vermogen van mensen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven”.
Mijmering
Vermogen zich aan te passen en eigen regie, dat zijn positieve begrippen, dat klinkt als muziek in de oren! Daar word ik een stuk vrolijker van dan van ‘gehandicapt’, ‘minder-valide’, en ‘tekortkomingen’. Toegegeven, met mijn halfzijdige verlamming ben ik gehandicapt, maar tekortkomingen? Daar wordt ik obstinaat van, probeer mij maar eens bij te houden als ik op mijn driewiel ligfiets door de stad race! ‘Lotgenoot’ is waardevrij, immers het kan ook het winnende staatslot zijn wat je samen koopt. Maar het heeft een lelijke deuk opgelopen toen het in de zorg werd geïntroduceerd. Revalidant daar zitten de woorden ‘re’ en ‘validus’ in, hetgeen betekent ‘weer opnieuw krachtig of gezond’. Dan was ik tijdelijk zwak of ziek? En wanneer is zo iemand ‘revalidant-af? Zucht…
De wetenschappers hanteren ook het begrip ‘positieve gezondheid’, dit zet me aan het denken. Hoe positief ervaart iemand met zware griep zijn gezondheid? Maar dat gaat weer over. Een mevrouw die in een rolstoel zit en alle dagen pijn heeft, hoe zal die de nieuwe definitie van gezondheid vinden? Dan kijk ik naar mezelf. Ik zit niet in een rolstoel, maar wellicht kom ik dan wel sneller vooruit dan ik nu loop, want mijn voetbaldagen zijn wel over. Ik vind die nieuwe definitie van gezondheid zo gek nog niet. Het lukt mij inmiddels weer behoorlijk de regie over mijn eigen leven te voeren. Als ik het nu nog voor elkaar krijg dat er meer dan 24 uur in een dag zitten is mijn leven perfect .
Krasjes
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) hanteert een oude definitie waarbij bijna niemand gezond is. Het spreekt over een ‘compleet welbevinden’ waar je naar moet streven. Die definitie voldoet niet meer. Een verkoudheid gaat over en tegen een ontsteking bestaat antibiotica. Maar als je chronisch ziek bent, of een niet aangeboren hersenaandoening (NAH) hebt, heeft het dan zin om te proberen de ziekte te bestrijden? Het is wat het is, of je je daar nu druk om maakt of niet. Je kan er toch niets aan veranderen.
Met leven krijg je krasjes. De één alleen op de ziel, de ander ook op of in het lichaam. Wat me aanspreekt in de nieuwe definitie van gezondheid, is dat de focus niet ligt op je beperkingen, maar op hoe je hier mee omgaat. Ik was altijd van het glas is halfvol, daar is door mijn beroerte gelukkig niets aan veranderd. Wel fijn als wetenschappers dat dan officieel benoemen als een goede gezondheid; die mazzel heb ik dan weer.
Levenskunst
Gezondheid is een dynamisch fenomeen. Aandacht voor gezondheid moet je zien als een onlosmakelijk onderdeel van de levenskunst en niet als iets dat pas nodig is als zich ziekten aandienen. Natuurlijk moet ziekte, waar mogelijk, worden behandeld. Daarnaast is juist aandacht voor het versterken van veerkracht, zelfregie en basisgezondheidsvaardigheden zo belangrijk. Ik mijmer verder over de gevolgen op de relatie tussen patiënt en zorgverlener als iedereen hier bewust mee omgaat. Ik heb spontaan zin om te fietsen.