Columns

No-go

20 maart 2019, Supportbeurs

Voor het eerst in tijden heb ik een echte baaldag. Ik had het kunnen weten; gisteren was er al enige ontstemming te bespeuren bij mijn onderdanen.

Een nacht slapen brengt geen verbetering in de luim van mijn beenspieren; integendeel! Ergens in de nacht is het gewicht van mijn onderdanen toegenomen tot elk minstens honderd pond. Ach, eenmaal in beweging wordt alles lichter, denk ik nog, opgewekt als altijd.
Vandaag niet. Met elke beweging van mij, ergens in mijn lijf, wordt het gedrag van mijn beenspieren stugger en negatiever. Bah! Slappe hap zonder spierspanning is niks waard, maar met deze overdreven strakke houding gedragen mijn onderdanen zich als een ware dictator en laten me geen enkele ruimte meer voor mijn eigen plannen. Al mijn aandacht en energie vreten ze op!

Met een diepe zucht pak ik mijn telefoon. ‘Mijn benen geven een no-go’ app ik een vriend met wie ik zou gaan lunchen. ‘Als de benen niet willen, dan willen ze niet’ reageert hij laconiek. ‘Later deze week?’ That’s what friends are for: geen gezeur als mijn lijf het even laat afweten. Later deze week dus, misschien, als het lukt…. ‘Niet forceren’ stuurt hij er nog achteraan. ‘Ja ja… weet ik wel, maar…’, pruil ik terug, vol zelfmedelijden.
Zelfmedelijden… ook dat nog. Ik had mezelf voorgenomen om me niet door die stomme spierziekte uit het lood te laten slaan, en niet bij de pakken neer te gaan zitten. Zelfmedelijden mag niet. Foei!

Voor vandaag is zitten wel het beste wat ik kan doen. In mijn relaxfauteuil, schapenvachtje in mijn rug, pittenzakken om de stijve spieren tot ontspanning over te halen, een lekker warm dekentje om me heen. Cocoonen op zijn best!

Ondertussen probeer ik te achterhalen waar ik dit dictatoriale regime aan te danken heb. Net nu! Net nu alles weer lekker loopt. Waarom? De koude wind van gisteren, waar ik me toch echt wel op gekleed had? Dat wandelingetje van eergisteren, van wel 125 meter? Heb ik te veel gedaan? Te weinig? Ik voel me als een kind dat op het strafbankje is gezet, zonder te weten wat het verkeerd heeft gedaan.

Op mijn netvlies verschijnt het beeld van Pippa, de vrolijke mascotte van het Beatrixfonds. Spierziekten spelen met je leven, hoor ik in gedachten. Gelukkig ben ik net als Pippa, en blijf ik lachen. Misschien, bedenk ik me, is het wel even goed voor mij, zo’n tegenvallende dag. Dan weet ik weer waarom ik ben afgekeurd, dan weet ik weer dat ik me er echt niet schuldig over hoef te voelen dat ik niet kan werken, dan weet ik weer dat werken echt niet meer tot de mogelijkheden behoort. Dit is mijn lijf, hier moet ik het mee doen. En ja, die spierziekte speelt inderdaad met mijn leven.

Ondanks de tegenvallende dag staat het eten op tijd op tafel en wordt er aan tafel gezellig gekletst. Zo moet dat, vind ik, want het heeft geen enkele zin om te gaan somberen.
’s Avonds in bed, veilig in de armen van mijn lief, breek ik toch. De tranen rollen over mijn wangen. ‘Stomme benen!’ Snif! ‘Stomme spierziekte!’ Snik! Mijn lief geeft me een knuffel, fluistert: ‘Huil maar even lekker uit.’ Hèhè, dat lucht op.
Gelukkig is er morgen weer een dag. Dan gaat het vast beter. Vast!

Bekijk & lees alle columns door Else Klomps.

Ook interessant