Ondingen voor rolstoelers

In mijn column ‘Statafels’ schreef ik dat statafels ondingen voor rolstoelers zijn. Lezers vroegen of ik nog meer van die ondingen en situaties wist. Nou en of!
Rookmelder
Dagje alleen thuis. Ik bak een mals stukje koe, niks aan de hand. Afzuigkap aan, raampje open. Begint de rookmelder te gillen. Keihard en doordringend.
Haast is geboden, want het ding maakt zo veel herrie dat de hele buurt zal komen aangesneld. Ik weet hoe die rookmelder uit moet, maar ik kan er niet bij. Hij zit niet op rolstoel hoogte. Dan maar wachten tot de buren komen (of de brandweer!)
Blisterverpakkingen
Ik zit in de douche, klaar om mijn goddelijke lijf (lach niet, beste lezer) te verzorgen. Heeft mijn vrouw nieuwe scheermesjes voor me gekocht. Die scheermesjes zitten tegenwoordig in een hardplastic verpakking. Zo solide dat je een snijbrander nodig hebt om ’m open te krijgen.
Na een kwartier proberen, brul ik ten einde raad mijn gebruikelijke noodkreet: ‘Riaaaaaaaa!’
Meteen komt eega aangesneld met een kettingzaag. Ook een niet gehandicapt mens heeft namelijk moeite met blisterverpakkingen.
Achteruitlopen
Rolstoel- en/of scootmobielrijders schijnen het altijd gedaan te hebben als er onbedoeld contact is met een loper.
Nou vergeet het maar. Ik erger me kapot aan mensen die in een winkel zonder te kijken een stap opzij- of achteruit doen. En het is nooit eens een leuke jonge vrouw die dan op mijn schoot terechtkomt, maar altijd een oudere heer met bierbuik of een oudere dame met gebakbuik. Meestal geven zij de rolstoeler een verontwaardigde blik, alsof het zijn schuld is. Echt niet!
‘Die man is ongelukkig’
Kinderen kunnen soms ongegeneerd naar een rolstoeler of een spastisch iemand staren, vooral in conservatieve dorpjes zoals bijvoorbeeld Visserskercke of Merwedrecht. Ik neem dat die kinderen niet kwalijk. Meestal begin ik gewoon een praatje. Ik zeg bijvoorbeeld ‘ja joh, ik heb drie gebroken benen.’ Na even nadenken zegt het kind dan lachend ‘dat kan niet’ en is het ijs gebroken.
Erger is het als de begeleidende ouder het kind corrigeert met ‘die man is ongelukkig, kijk niet zo.’
In dorpjes zoals Visserskercke en Merwedrecht is ‘ongelukkig’ namelijk de benaming voor een handicap. Natuurlijk zeg ik dan luid ‘ik ben hartstikke gelukkig’ maar het gesprek met de volwassene gaat moeilijker dan met het kind. Kinderen zijn puur, volwassenen hebben kronkels. Vooral in conservatieve dorpjes.