Opgesloten

Tijd voor de wekelijkse schoonmaak van de huisvesting van mijn goudvis Sloeber. De stenen en het waterplantje heb ik al uit z’n bak gehaald, nu alleen Sloeber zelf nog. Behoedzaam zorg ik dat hij in het visnetje zwemt en voor hij het weet, belandt hij in een doorzichtige maatbeker vol water, die als zijn tijdelijke onderkomen dient. Sloeber laat merken dat hij dit maar niks vindt en zwemt steeds met zijn neus tegen de wand. Ik praat tegen hem alsof hij me kan verstaan en vertel hem dat deze situatie maar voor even is en dat z’n huisvesting toch echt schoongemaakt moet worden.
Sinds ik gevangen zit in mijn eigen appartement vanwege ‘de corona-maatregelen’ voel ik me net als Sloeber. Opgesloten. Ik woon weliswaar in een zelfstandig aanleunappartement, maar omdat mijn appartementenblok dezelfde ingang heeft als een zorginstelling, heb ik de pech ook vast te zitten. Op het moment dat ik dit schrijf, duurt deze lockdown al zes weken. 42 dagen kom ik niet verder dan mijn brievenbus in de hal en op een met bouwhekken afgezet stuk terras. Visite kan alleen op afspraak gezien worden door de bouwhekken of via een ‘kletsvenster’ met twee tafels ertussen.
Verstandelijk gezien probeer ik de maatregelen ten aanzien van de ouderen en kwetsbare mensen te begrijpen, maar gevoelsmatig lukt me dit niet. In mijn ogen mag je mensen niet zomaar opsluiten. Zelfs niet wanneer dit beter zou zijn voor de lichamelijke volksgezondheid. Er wordt totaal voorbijgegaan aan de geestelijke gezondheid van deze groep.
De afgelopen weken is het vaak mooi weer geweest en heb ik veel op mijn balkon kunnen zitten. Maar wat mis ik het rijden op mijn elektrische rolstoel door de Zeeuws-Vlaamse polders, het koffie drinken bij mijn ouders, vrienden en familie, de visite die bij mij thuis komt en mijn vrijwilligerswerk op school.
Premier Rutte denkt dat de oplossing ligt in een ‘anderhalve meter samenleving’. Maar zijn mensen hierop ingesteld? Kunnen wij leven zonder fysiek contact? En hoe gaat het met al die bedrijven die geen inkomsten hebben tijdens deze crisis? Wie heeft er nog werk straks? Een heel land wordt stilgelegd.
Ook al gaat de anderhalve meter samenleving binnenkort in gedeelten weer open voor iedereen, de meeste zorginstellingen blijven dicht. Ik mag nog niet verder met mijn leven buiten deze muren. En dat frustreert me enorm.
Goudvis Sloeber zwemt inmiddels weer in z’n schone eigen verblijf. Hij onderzoekt of alles nog hetzelfde is en knabbelt wat aan de waterplant.
Wanneer zal ik mijn leven weer kunnen opstarten? Wanneer gaan voor mij de deuren letterlijk weer open? Het aanpassen aan deze situatie vind ik erg moeilijk en mijn humeur en gevoel van ‘ik hou dit vol’ verschilt van dag tot dag. Ik heb veel hoofdpijn en voel me zenuwachtig. Ik heb deze situatie niet onder controle. En daar baal ik van. Ik verlang naar een stevige knuffel van één van mijn dierbaren die dan zegt dat alles goed komt. Maar zelfs dat mag nu niet.
Column door Liesbeth van Assche.