Revalidatieservice en passing tillift…
‘Nee mevrouw, half vier is echt de allerlaatste tijd. Daarna moet die meneer nog helemaal terug rijden naar Limburg.’ Aan de andere kant van de lijn de revalidatieservice, die wil langskomen voor de passing van Kates nieuwe tillift. ‘Ja, maar Kate is pas om vier uur thuis en wij hebben geen eigen vervoer,’ probeer ik nog een keer. In mijn hoofd komt het hele waarom-hadden-we-ook-alweer-geen-auto-scenario voorbij: half uur met de bus naar de dagbesteding. Kate ophalen. Samen terug in de bus. In het meest positieve geval: een buschauffeur die ons rustig laat instappen, misschien zélfs wel zijn bus laag tegen de stoeprand zet en anderhalf uur later weer thuis. In het meest slechte geval: een buschauffeur die al wegrijdt voor ik Kates rolstoel goed en wel heb vastgegespt, en misschien zelfs wel een uitglijder bij het instappen (vorige keer was de afstand tussen de bus en stoeprand zo groot dat ik door de rolstoel onderuit werd getrokken) en tweeëneenhalf uur later thuis.
‘Kan het niet op de dagbesteding?’ bedenk ik dan. Daar is Kate tenslotte de hele dag. Kan die meneer om 11 uur alweer thuis aan de Limburgse Vlaai zitten, als hij wil. Tja, dat wil de revalidatieservice best met hem bespreken. Ik hoor nog van ze. Maar als dat drie weken op zich laat wachten, besluit ik toch zelf maar weer eens te bellen. ‘Ik heb een mailtje gestuurd aan de fysiotherapeut, om te vragen wanneer zij erbij kan zijn, maar nog geen antwoord gekregen,’ legt de servicemedewerkster uit. ‘Maar zij is toch altijd aanwezig?’ ‘Niet bij u thuis toch?’ Dan ben ik hem echt even kwijt. ‘We hebben het toch over op de dagbesteding?’ ‘Nee mevrouw, dat kan echt niet hoor. Dan moet die meneer twee keer komen: een keer voor de maten van Kate en daarna alsnog bij U thuis om te kijken of die lift daar wel goed past. En die meneer komt wel helemaal uit Limburg.’ Ja, dat laatste had ik inmiddels begrepen. De rest snap ik allang niet meer.
Nog diezelfde dag belt de fysiotherapeute van Kate. Ze had begrepen dat ik had gevraagd of ze bij de pasafspraak zou kunnen zijn. Bij ons thuis. Aan welke datum ik dacht? Zucht. Nadat ik het hele verhaal heb opgehelderd (‘Nee het gíng er niet om dat jij er perse bij moest zijn. Ik heb de dagbesteding voorgesteld, zodat die meneer op elke gewenste tijd langs zou kunnen komen), komt er eindelijk een klein lichtpuntje in het verhaal. ‘Tegen mij hebben ze gezegd dat het geen enkel probleem zou zijn als Kate er pas om vier uur is. Dat we het eerste half uur mooi konden gebruiken om de thuissituatie te bekijken.’ Precies zoals ik het dus ook had voorgesteld aan de revalidatieservice. Maar blijkbaar is Limburg een stuk minder ver rijden als een fysiotherapeut het vraagt. Nu maar hopen dat hij er nog steeds zo over denkt, dinsdag, als hij mij alleen in de deuropening ziet staan.
Column geschreven door Krista:
Krista Okma (39) woont in Haarlem met haar man Jason en hun drie kinderen: Skye (9), Ryan (8) en Kate (4). Kate heeft Pitt Hopkins, een zeldzame chromosoomafwijking. “Een combinatie van Brad Pitt en Anthony Hopkins, hoe erg kan dat zijn?” grapten Krista en Jason nog even. Kate kan niet lopen of praten maar ze is wereldkampioen harten veroveren. Krista werkt bij het Nederlands Jeugdinstituut, en richt zich vooral op zorgintensieve gezinnen. Thuis schrijft ze opvoed- en kinderboeken (Kristaokma.com).
Bekijk & lees alle columns door columnisten van Stichting Lotj&co