Rollende rakker

Ik ben een lopende roller of een
rollende loper, het is maar hoe je er tegenaan kijkt. Mensen denken vaak dat je
alleen in een rolstoel zit als je een dwarslaesie hebt, als je echt geen stap
kunt lopen, maar ook hier zitten vijftig tinten tussen zwart en wit.
Er zijn
ontzettend veel redenen voor het gebruik van een rolstoel (zelfs voor misbruik
ervan trouwens). De bekendste is het niet kunnen gebruiken van je benen, maar
er is ook zoiets als het niet goed kunnen gebruiken van je benen, of het niet
lang kunnen gebruiken van je benen. Ik kan bijvoorbeeld prima lopen in huis,
nou ja, ik doe aan de pinguïnhop, of de wiebelpophop bij vlagen, maar in mijn
ogen is dat een soort van lopen. Ik mis stabiliteit, ik heb mijn gewrichten een soort
van de ruimte gegeven en daardoor hang ik in mijn banden als de Nederlandse
Amerikaan; van voor naar achter, van links naar rechts. Ik ben als zo’n
tuimelclowntje, ik wiebel, de ene keer iets meer, de andere wat minder. Hoe dan
ook, ik loop, niet zo ver en niet zo lang, vandaar de stoel.
Je hebt
dus niet-lopers en een-beetje-lopers (soort van niet-compleet-lopers).
Daarnaast heb je de mensen die graag willen, maar niet zover kunnen. Dit hoeft
niet noodzakelijkerwijs in de benen te zitten, ook een gebrek aan energie kan
een reden zijn voor een rolstoel. Of een gebrek aan lucht, of niet kunnen staan
door bijvoorbeeld een op hol slaand hart of een sterk wisselende bloeddruk. Er
zijn tig redenen voor het gebruik van een rolstoel.
Er is ook
een ruime keuze in stoelen, je kunt zelf rollen, geduwd moeten worden,
gedeeltelijk aangedreven of misschien volledig elektrisch, of alles daartussen.
De keuze is reuze, al ben je wel afhankelijk van hulp van buitenaf, een
rolstoel is geen goedkope ‘accessoire’. Logisch, dan wil iedere luiaard zo’n
hip item onder z’n kont (al is het maar voor het fijne parkeren of de vermeende
voorrang in de pretparken). Nee, alle gekheid op mijn stokje, je gaat er niet
inzitten voor de lol (of de luiheid). De overstap van lopen naar rollen gaat
gepaard met een heel acceptatieproces.
Mijn
reactie op de stoel, een jaar of zes geleden was ‘nooit ga ik erin!’ en dat
meende ik! Wat ik toen nog niet wist is dat ik langzaam zou gaan verpieteren
achter de geraniums. Mijn wereld werd steeds een beetje kleiner, het begon met
niet meer ‘uit’ kunnen. ‘Uit’ als een dagje winkelen, dierentuin, dat soort
dingen. Ik liep van bankje naar bankje. Was uitgeput, zere benen, zware boetes.
Het ging niet meer, mijn gewrichten konden mij niet meer dragen. Ik betrapte
mijzelf op enige jaloezie richting een rolstoelgebruiker in het
revalidatiecentrum en dat was de eerste stap. Langzaam kwam het besef dat ik
dan misschien nog wel een stukje kon lopen, maar dat ik daarmee het huis niet
meer uitkwam. Ik legde mijn observaties neer bij mijn fysio en samen kwamen we
tot de conclusie dat ik toch echt wielen nodig had, onder mijn kont, een linkse
en een rechtse.
De eerste
uitstapjes waren spannend, een lomp leengevaarte, ik schaamde me rot. Maar ik
kwam weer buiten, ik ben eerlijk, de schaamte overheerste. Toen kwam mijn
Quickie, mijn mooie, stoere, hippe stoeltje. Wat was ik blij! Van een leien
dakje ging het nog niet, mijn aangedreven wielen bleken zeer storingsgevoelig
en zo werd ik te vaak geduwd naar mijn eigenzinnige zin. Ik overschreed de
drempels en leerde accepteren. In het begin durfde ik mijn stoel niet uit, bang
voor wat mensen zouden zeggen, voor oordelen. Dan kun je lopen en durf je niet.
Dat doen mensen met je, ze maken onzeker.
Inmiddels
is er een compleet wagenpark. Heb ik naast mijn Quickie een scoot (versierd met
bloemen) en Alex (mijn elektrische rolstoel). Ik loop nog steeds, in huis, maar
ook in winkels. Ik stap in- en uit, ik ben niet verantwoordelijk voor wat een
ander vindt en denkt. Ik leef mijn eigen leven, zonder schaamte. Ik geniet op
wielen en ben er dankbaar voor. Mijn wielen zijn mijn benen, nee, ze zijn beter
dan mijn benen en dat geeft niks. Ik ben weer compleet!
Bekijk & lees alle columns op SupportBeurs.nl door Martine Reesink.