Columns

Support Beurs 2014

31 mei 2014, Supportbeurs

‘Kinderen met beperking leren ook van vallen en opstaan’

Vol goede zin stappen mijn vriendin en ik de Jaarbeurs binnen. Allebei kijken we vanuit onze eigen expertise en tussendoor kijken we welke hulpmiddelen en diensten ons privé leven nog leuker en makkelijker kunnen maken. Soms raken we aan de praat met andere bezoekers die we dan weer tips geven om het één en ander vergoed te krijgen en ik maak dan met een visitekaartje reclame voor Josjeskracht.nl. Leuk zo’n beurs!

Af en toe betrap ik mezelf erop dat ik met verbazing aan het staren ben naar de rolstoel waarin een kind zich voortbeweegt. Slecht, want ik vind het zelf ook niet fijn om beken te worden vanwege mijn rolstoel. Maar, soms zie je meer rolstoel dan kind en dat maakt me verdrietig. Ik begrijp het ook niet, want als je goed rondkijkt op de Supportbeurs kan het ook anders. Opeens zie ik een vrolijk meisje van een jaar of zeven. Ze zit in een geweldig mooi opgebouwde rolstoel. Twijfelachtig rijd ik verder, maar uiteindelijk draai ik me toch om, zeg mijn vriendin dat ik zo terug ben en spreek het meisje en haar moeder aan. “Wat een mooie rolstoel heb jij zeg en wat een vrolijk meisje ben jij!” Haar moeder is duidelijk blij met mijn opmerking. Ze vertelt me dat zij ook blij is met het mooie hulpmiddel waar haar dochter zich mee kan verplaatsen, maar dat de stootbeugel aan de voorkant nog erg uitsteekt en lomp oogt. “Dan sleutelt u hem er toch af?” zeg ik haar. Ze reageert onzeker en zegt bang te zijn dat haar dochter thuis gaten in de muren rijdt. Ah, dat is dus waar mijn passie ligt. Ouders begeleiden om ook de opvoeding van hun kind met een beperking zo normaal mogelijk te laten verlopen. Dat wil in dit geval zeggen: een kind dat geen beperking heeft, leert ook van vallen en opstaan, beloning en correctie. Zo ook kinderen met een beperking.

Toen ik een jaar of vier was, reed ik tegen de ruit van de voordeur van mijn ouders. Het was bedoeld bij wijze van trap tegen de deur omdat ik boos was dat ik iets niet mocht. Maar ik reed dwars door de ruit heen. Mijn vader stuurde mij naar mijn kamer met de boodschap dat dit niet mocht. Hij was erg boos. Op latere leeftijd reed ik eens een stukje uit een muur bij ons thuis. Mijn moeder vond het niet leuk, het was net geschilderd. Ik leerde op deze manier wel heel goed dat ik rekening moest houden met de grootte van mijn rolstoel. Net als ieder kind moest ik voorzichtig omgaan met mijn omgeving met dat verschil dat ik mijn rolstoel als een verlengstuk van mezelf moest gaan zien. Dat is gelukt!

Hulpmiddelen moeten de beperking, of een deel van de beperking opheffen, maar niet de eigen verantwoordelijkheid van een kind overnemen. Onder andere dit zorgt ervoor dat het kind er steeds meer van uit gaat dat het zelf niet hoeft te denken, omdat er vaak van buitenaf al een oplossing is. Hierdoor kan er een onverschillige, soms passieve houding ontstaan, waardoor het kind niet volledig uitgroeit tot een eigen persoon.

Bekijk & lees alle columns door Josje Hillenaar

Ook interessant