Columns

Sylvia gaat sporten

10 november 2013, Supportbeurs

De tijdelijke werkervaringsplaats bij het Ministerie van Defensie (zie eerdere columns) lijkt al weer een eeuwigheid geleden voor Sylvia. Huilend had ze afscheid genomen. De meiden van de afdeling huilden mee.

Daarna kwam de volgende klap; het buurthuis waar ze als vrijwilliger administratief werk deed, werd gesloten. Kreeg geen subsidie meer. Opnieuw een potje janken. Haar collega vrijwilligers jankten mee. En de bejaarden uit de buurt ook.

Ongemerkt ging Sylvia steeds meer tijd aan social media besteden. Ze kwam bijna haar kamer niet meer uit. Zelfs als ze een bakkie bij mam ging doen, nam ze haar iPad mee en checkte Facebook, of legde een woordje bij WordFeud.

Verontrust zei mam: ‘Kind, dit gaat niet goed! Je moet onder de mensen, in plaats van dat digi-dinges gedoe op Feestbroek.’

‘Dit zijn óók contacten hoor mam’ zei Sylvia kribbig. ‘Kijk, ome Cor heeft weer een stukkie geschreven op SupportBeurs.nl. En er staat ook iets over speciale  zitkussens. Die lijken me wel wat voor mij.’


Aangepaste sport
Mam geeft niet op. ‘Jij bent toch zo goed met internet? Zoek eens naar sport voor gehandicapten. Dan spreek je mensen en beweeg je ook nog wat.’

Sylvia komt terecht bij een organisatie voor aangepaste sport.

Een gepensioneerde gymnastiekleraar ontvangt haar enthousiast. ‘Wat dacht je van rolstoelbasketbal?’ Hij pakt een sportrolstoel en zegt: ‘Kom op joh, we gaan er even stevig tegenaan!’

Sylvia weigert. Vanwege haar kwetsbare gewrichten mag ze absoluut niet ‘er stevig tegenaan.’

‘Zwemmen, is dat wat voor je? We hebben een zwemuurtje voor gehandicapten en mensen die herstellen na een infarct of zo. Het water is extra warm, dat beweegt makkelijker.’

Sylvia gaat er naar toe, maar voelt zich niet op haar plaats. Ze is de enige rolstoeler en de rest van de zwemmers is zo’n 40 jaar ouder.

‘Allemaal dikke dames die een beetje liggen te poedelen’ denkt ze kritisch.

Twee oudere dames die al ‘zwembandjes’ van zichzelf hebben, beginnen haar een beetje te bemoederen. ‘Gaat het wel kind, wij helpen je wel hoor.’ Sylvia schrikt. ‘Zo kan ik net zo goed door mam in bad gestopt worden’ denkt ze. Ze komt niet meer terug.

Do the wheely rap?
Ze google’t op vrijetijdsbesteding voor gehandicapte jongeren. Keus genoeg, maar niet wat ze zoekt. Het lijkt wel of er voor elke beperking iets moet zijn. ‘Nog effe’ denkt ze spottend, ‘en er zijn bijeenkomsten voor linkshandige rolstoelmeiden met een dubbele grote teen amputatie’ of ‘rolstoel-rappen voor Ali B fans.’

De activiteiten zijn bovendien vooral in de grote steden, niet in haar regio.

Ze vraagt advies bij ome Cor. ‘Ach Syl, gewoon meedoen bij een gewone vereniging is het beste. Lotgenotencontact is mooi, maar letterlijk en figuurlijk ook een beetje ‘apart.’

‘Ja maar’ sputtert Sylvia tegen, ‘kan ik daar binnenkomen?’

‘Soms wil de gemeente of de club best helpen met toegankelijk maken’ zegt oom Cor. ‘En de regering wil een participatiemaatschappij waarin iedereen meedoet. Fotografie is toch jouw hobby? Er is hier een goede fotoclub. Meedoen dus!’

Hoopvol pakt Sylvia de telefoon.

Bekijk & lees alle columns door Kees de Jager

Ook interessant