Columns

Sylvia zoekt werk – deel 2

14 oktober 2013, Supportbeurs

In deel 1 raakte Sylvia verdwaald in de UWV jungle. Door hulp van haar oom Cor kreeg ze uiteindelijk een werkervaringsplaats bij defensie.

Een werkervaringsplaats bij defensie 
Het duurde een uur voordat Sylvia langs de stoere krijgers van de beveiliging mocht. Ze had geen pasje en haar bezoek was niet doorgegeven. Over het enorme defensieterrein rijdt ze nu eindelijk naar het kantoorgebouw. Blij begint ze te zingen ‘It’s a beautiful day, the sun is shining, nothing’s gonna stop me now.’ Ze heeft er zin in.

‘Nog effe m’n Leco-look checken.’ Ze rijdt energiek naar het rolstoeltoilet. Eenmaal binnen kan ze haar kont niet keren, laat staan haar rolstoel. Het toilet voldoet aan alle voorschriften, maar staat volgepropt met karretjes van de schoonmakers. ‘Wacht maar, ik zal ze laten wennen aan rolstoelers’ grinnikt ze en duwt de karretjes naar buiten.

De secretarie
Met de lift naar de 4e verdieping. Een gemoedelijke vijftiger stelt zich voor als Gert, de chef. Hij wordt vergezeld door een 30+ vrouw van basketball lengte, die zich voorstelt als Mary, de sectiechef. ‘Zij is chef van jouw sectie, maar sexy is ze niet hoor’, plaagt Gert. Mary lacht maar wat mee. Ze heeft dit grapje al tientallen keren gehoord.

De secretarie bestaat uit een postkamer en een typekamer, waar allemaal dames achter een computer zitten te werken. Sylvia’s werkplek is bij het raam. Op haar bureau staat een bosje bloemen, met ‘Welkom en succes, je collega’s.’ Lief!

Haar bureau in L-vorm staat precies verkeerd. De lange kant zou beter tegen het raam kunnen staan, nu kost het moeite om er langs te komen. In gedachten maakt ze een lijstje met verbeterpunten.

Sylvia moet helpen met teksten controleren. Overheid, dus elke letter en komma moeten kloppen. Een collega leest de aangeleverde tekst voor, en Sylvia leest het typewerk na. Een tijdrovend, maar bijna waterdicht systeem.

Na een paar weken krijgt Sylvia steeds meer taken. Het werk is leuk en de collega’s ook. Maar alles gaat traag en over een heleboel schijven.

Ontruimingsoefening
Op een dag zegt Gert: ‘Syl, morgen doen we een ontruimingsoefening. De liften zijn buiten gebruik, net als bij een echte brand. De jongens gaan jou zo snel mogelijk hierin naar beneden dragen.’ Hij laat een erg basic, opvouwbaar stoeltje zien. Sylvia schrikt zich rot. ‘Moet ik met mijn pijnlijke lijf in een noodgang hotsebotsend vier trappen af? Dat is killing voor me, ik doe hier niet aan mee!’ Gert snapt het, maar moet toestemming hebben van het afdelingshoofd, het hoofd BHV (Bedrijfshulpverlening) en de brandweer. Uiteindelijk mag Sylvia’s plaats ingenomen worden door een gezond iemand met hetzelfde postuur.

‘Gert, nu we het er toch over hebben, zou ik een voetensteun mogen? Het UWV vergoed dat.’ Gert kaart het aan bij de bedrijfsarts, die vervolgens een ergotherapeut om advies vraagt. Daarna moet het voor goedkeuring naar de Arbodienst, Personeelszaken en de afdeling Inkoop. Een week voordat Sylvia’s ‘werkervaringstermijn’ er op zit, is alles rond. De voetensteun mag ze mee naar huis nemen.

Bekijk & lees alle columns door Kees de Jager

Ook interessant