Columns

Tijd voor een feestje?

28 april 2019, Supportbeurs

Sommige dingen vier je; zoals je verjaardag, je werkjubileum, de vrijheid en de vrede in het land. Leuke of kostbare dingen waar je graag bij stil wilt staan. Minder leuke dingen vier je liever niet. Wie viert de dag van de diagnose? Wie telt de jaren van ziek zijn? Wie staat feestelijk stil bij het arbeidsongeschiktheidsjubileum? Niemand, denk ik.

Wie ben je, als je niet meer deel kunt nemen aan de arbeidsmarkt? Wat is je CV nog waard, je werkervaring, je opleiding, je kennis, je kunde? Je bent een deel van je identiteit kwijt, naast een stuk gezondheid. Zo voelde het voor mij in elk geval, en dat is geen feestje waard.
Langzamerhand vind ik mijn weg in het hanteren van die situatie van ‘duurzaam en volledig afgekeurd’ zijn.

Ik merk dat ik een heel groot deel van mijn kennis en kunde nog steeds in kan zetten. Nee, niet op de betaalde arbeidsmarkt, maar wel in mijn omgeving. Geen uren, geen dagen, maar heel gericht, af en toe, als mijn lijf en leden het toelaten, op tijden die voor mij gunstig zijn, in een tempo dat ik aankan. Afgekeurd zijn betekent zeker niet afgeschreven. Met het beroep dat de omgeving op mij doet kan ik mijn ‘restcapaciteiten’ inzetten, krijg ik leuke uitdagingen, rijke momenten, mag ik mezelf verder ontwikkelen, ontmoet ik nieuwe mensen, vergroot ik mijn sociaal-maatschappelijk netwerk.

Toch worstel ik nog met een soort schuldgevoel. Nederland kent een zorgstaat: samen zorgen we voor elkaar, daar betalen we met elkaar de premies en de belastingen voor. Niemand hoeft zich er schuldig over te voelen als werken niet meer mogelijk is, vond en vind ik. Behalve als het mezelf betreft… Ik leun op de staat, ik kan niet voor mijn eigen inkomen zorgen, terwijl ik dat zo graag wil. Die uitkering voelt, op zijn zachtst gezegd, ongemakkelijk en lijkt geen feestje waard.
Onlangs zei iemand tegen me “Het systeem is ongeschikt! Dat wil jouw arbeidsvermogen in vaststaande uren en schema’s proppen, dat lukt niet. Maar dat ligt dus niet aan jou; het ligt aan het systeem.”
Zou het? Of ligt de waarheid halverwege? Hoe dan ook voelt het nu toch anders. Gedeelde verantwoordelijkheid voor de ontstane situatie, dat zal het zijn.

Misschien speelt het ook mee dat ik zo langzamerhand in de buurt van de leeftijd kom waarop de vorige generatie mocht gaan genieten van de VUT. Ze werden niet afgekeurd; ze gingen met welverdiend vroegpensioen. Early retirement, dat klinkt en voelt toch veel beter?
Laat ik mezelf dan maar early retired noemen en genieten van alle leuke uitdagingen die het leven biedt. Laat ik tevreden zijn met wat wel lukt: schrijven, af en toe teksten redigeren, meedenken over een fietsuitleen, mantelzorgen, fotograferen vanuit een rolstoel, zingen op een kruk, sociaal-maatschappelijk betrokken kunnen leven, zonder uitgesloten te worden vanwege een beperking.

Nee, mijn arbeidsongeschiktheidsjubileum vier ik niet. Maar dat ik – mede dankzij de zorgstaat– kan en mag leven in vrijheid, zonder financiële zorgen en zonder uitsluiting koester ik.
Wie de geschiedenis kent, weet dat dat niet altijd vanzelfsprekend is geweest en dat leven in vrijheid onbetaalbare rijkdom is.
Tijd voor een feestje!

Bekijk & lees alle columns door Else Klomps.

Ook interessant