Waarom inclusiedans mijn ding is

Onderschrift foto: Ode aan de plastic zak – Misiconi Dance Company –
choreograaf Joop Oonk
Sinds begin dit jaar doe ik aan inclusiedans, een dansvorm waarbij dansers met en zonder beperking samen dansen. Ons dansgezelschap is erg divers: professionele dansers, dansers met het syndroom van Down en ik met mijn rolstoel. Dat maakt het dansen zoveel anders dan andere vormen van dans en ontzettend boeiend om zo van elkaar te leren.
Voor mij was het in het begin sowieso wennen aan het bewegen in een rolstoel. Door EDS (een bindweefselaandoening) kan ik niet lang lopen of staan en wordt dit steeds iets minder. Die rolstoel doet nog niet zo heel lang mee en ik probeer ook wat ik kan, te blijven lopen. Maar daardoor gaat het wennen aan de rolstoel ook niet zo snel.
Met inclusiedans hoopte ik twee vliegen in één klap te slaan: het vaardiger worden in het bewegen in een rolstoel en mijn passie voor dans te kunnen blijven uitoefenen. Want na klassiek en jazzballet, moderne dans en fusion buikdans, zag ik in inclusiedans een dansvorm waarin ik geen last zou hebben van mijn beperkingen, maar waar ze een onderdeel worden van de dans.
Buiten dat hou ik wel van een uitdaging. En het creatief denken wat erbij komt kijken, het bedenken van oplossingen en improviseren is zeker een uitdaging voor me. Met dans train je zoveel meer dan alleen maar je lijf.
Inmiddels heb ik zo ontzettend veel plezier in het dansen met mijn groep, leer ik zoveel bij en merk ik dat er toch nog fysieke verbetering te bewerkstelligen is, dat ik zeker weet dat ik hiermee door wil gaan.
We hebben samen opgetreden, wat ontzettend gaaf was om te doen. En nog beter: doordat ik mijn rolstoel gebruikte, was het goed vol te houden voor mij.
Hoewel het lopen achteruit blijft gaan, merk ik dat mijn bovenlijf sterker wordt. Ik krijg minder snel last van mijn rug als ik lang in mijn rolstoel zit en het rollen gaat steeds beter. De polsbraces die ik gebruikte als ik buitenshuis moest rollen, liggen al maanden ongebruikt in m’n tas.
Natuurlijk komt dat niet alleen door het dansen. Ik train daarnaast meerdere keren per week, binnen mijn eigen grenzen. Ook de oefeningen die ik met fysiotherapie en revalidatie heb meegekregen, blijf ik trouw doen. En ik doe mijn best om genoeg af te wisselen met ontspanning, om niet te overbelasten.
Waarom dan toch dat lopen achteruit is gegaan, is me een raadsel. Ja, op zich is het hebben van EDS al een verklaring. Maar waarom dan het ene wel beter gaat en het andere achteruit, snap ik niet.
Ook al snap ik het niet, ik moet het er maar mee doen. En ik weiger aan de kant gezet te worden, alleen omdat het lopen of dansen op mijn benen niet meer zo jofel gaat.
Lees vervolg op deze column: ‘Linksom of rechtsom: die dansrolstoel komt er’