Columns

Wankel sprookje

10 juli 2016, Supportbeurs

Afgelopen vrijdag at ik bij vrienden. In de loop van de avond voel ik me niet lekker, ga op tijd naar huis en meteen naar bed, met een emmer, want ik ben behoorlijk misselijk geworden. Gelukkig val ik snel in slaap. De volgende ochtend word ik slap en leeg wakker, sleep me naar de douche en kleed me aan.  Alles kost veel moeite, ik trek een schoen aan, moet  even bij komen, zucht, en dan moet ik hem nog strikken… Ik laat me achterover op bed vallen en sluit mijn ogen.
 
“Assepoester: wat doe je nu weer?”. Ik? Uh… heeft ze het tegen mij? “Ja! Heb je weer te veel gedronken?”
“Nee”, zeg ik hoofdschuddend. “Ja ja, ik zie het… als jij nog mee wil naar het bal vanavond, waar de prins zijn vrouw zal kiezen, dan moet je over deze lijn kunnen lopen.” 
“Ja, zuipschuit,” zeggen twee blonde zusjes die in een zuurstok roze jurk binnen komen. Dit meen je niet, zit ik nu in een teken film?!
“Over de lijn,” krijsen de zusjes en ik krijg een duw naar voren. Zucht, ik zet een voet op de lijn en zet mijn andere er voor en verlies natuurlijk mijn evenwicht. Hard gelach om me heen. Ze lopen weg terwijl ze zingen: “Geen prins voor Assepoester!”
 
Ik zak op de grond… “Wél, wél!”
Ik schrik overeind, wat nu weer? Voor mij staat een kleine bolle vrouw. “Sorry hoor, jonge dame”. Ze zwaait met een toverstaf voor mijn neus: ”Jij kunt mijn hulp gebruiken!”  “ Nee hoor, het gaat prima!”, zeg ik.  “Ja, ja, ik zie het, wilde jij niet naar het bal?” en plof daar staat een rode scootmobiel! “Ga nu, zorg dat je om twaalf uur terug bent…”
De kleine bolle dame verdwijnt in een rookwolk.
 
Op het bal dans ik: zittend!  Er komt een man naar me toe: “kom, dans met mij”. Voor ik uit kan leggen dat ik dat niet kan, trekt hij me omhoog. Ik kan op hem hangen en draai zo de hele dansvloer over. Dan valt mijn blik op de klok, slik, half 12 . Ik ruk me los, wankel naar mijn scootmobiel, trek daar mijn te warme schoenen uit en als ik thuis kom merk ik dat ik er een verloren ben. Ik hoor de deurbel en het gekrijs van de zusjes beneden: “De prins, de prins!”
 
“Assepoester kom eens vlug hier”. Oh nee, voorzichtig loop ik op sokken over de gang, ik hou me aan de meubels en de muur vast.
Ik zie de prins! Mijn mond valt open: met hem heb ik de hele avond gedanst. “Mijn schoen,” roep ik uit van blijdschap!
“Als deze schoen je past wil ik jou als mijn vrouw…”  
 
Plots is mijn prins verdwenen. Oh nee, ik ben weer wakker. Bah, ik voel me nog steeds niet lekker. Ik hijs me overeind, sta op, wil een stap zetten, val op de grond en kijk hoopvol om me heen, maar zie geen kleine bolle dame…

Bekijk & lees alle columns door Ank van Ganzewinkel.

Ook interessant