“Wij zijn allemaal wel eens gehandicapt”

Vorige week was ik bij een vergadering van de gemeente waar ik het gebruik van grasbetontegels voor een parkeerterrein tegen probeerde te houden.
Grasbetontegels zijn open aan de bovenkant en hebben het nadeel dat de kleine wieltjes van mijn rolstoel er in blijven haken. Ik sta vanuit mezelf al heel wiebelig bij de transfer van de auto naar mijn rolstoel en door die tegels al helemaal.
Het betrof hier geen gehandicaptenparkeerplaatsen, zei de meneer die meer groen in de stad wilde. Ik antwoordde hem dat gehandicapten overal komen. Thuisgekomen kwamen er weer gedachten over “zij daar, die gehandicapt is”. Veel mensen hebben niet door dat iedereen wel eens in meer of mindere mate wat mankeert. Tijdelijk met krukken moeten lopen is heel moeilijk bij het uitstappen als jij je auto op grasbetontegels moet parkeren. Ook vrienden/kennissen of (oudere) familieleden kunnen wel eens wat mankeren.
Men probeert gehandicapten in cijfers weer te geven: heel handig voor de statistieken. Maar gosh, eigenlijk mankeren we bijna allemaal wel iets of komen wij onszelf daar in tegen op latere leeftijd.
Vaak denk ik aan de zin die een aanstaande papa ooit zei: “Wij zijn zwanger”.
Zijn buik werd niet dikker (…) en hij had niet de zwangerschapsklachten, maar hij beleefde het wel mee en zal er waarschijnlijk ook voor gezorgd hebben dat de babykamer prima in orde kwam.
Zo zou ik het gehandicapt zijn in Nederland willen zien. “Wij zijn gehandicapt”. Iedereen mankeert wel eens wat, de een meer dan de ander. Samen zouden we er voor kunnen zorgen dat het prima in orde komt…