Minister geeft verkeerd beeld over depots met ongebruikte hulpmiddelen
97% van de ingenomen hulpmiddelen wordt 3 tot 10 maal hergebruikt
Minister Schippers van Volksgezondheid gaf in de verkiezingscampagne een volledig achterhaald beeld van het hergebruik van mobiliteitshulpmiddelen. Zij deed het voorkomen alsof iedere burger direct nieuwe hulpmiddelen zoals scootmobielen krijgt. Hierdoor zouden er loodsen vol afgedankte, maar bruikbare hulpmiddelen zijn. Het beeld dat de minister schetst is echter geen weergave van de realiteit: 97% van de ingenomen hulpmiddelen wordt hergebruikt.
Alle ingenomen hulpmiddelen worden in plaatselijke, regionale of landelijke depots gereviseerd en staan dan binnen 1 week na binnenkomst klaar om opnieuw verstrekt te worden. Deze eerder gebruikte hulpmiddelen zijn eerste keuze bij de verstrekking van een hulpmiddel aan een gebruiker. Pas als er in geen van de depots een gelijkwaardig hulpmiddel aanwezig is, wordt een nieuw hulpmiddel geleverd. Afhankelijk van het soort hulpmiddel wordt deze 3 tot meer dan 10 keer hergebruikt. Alle Nederlandse gemeenten (Wmo), zorgverzekeraars (Zvw) en zorgkantoren (AWBZ) hebben met door hun gecontracteerde leveranciers deze ‘depotafspraken’. Dankzij deze aanpak zijn de kosten van de inzet van hulpmiddelen drastisch verlaagd en ongeveer drie maal lager dan wanneer de hulpmiddelen niet hergebruikt zouden worden.
Conclusie:
• Alle verstrekkers (Wmo, Zvw, AWBZ) van (mobilteits) hulpmiddelen werken actief met het hergebruik van eerder ingezette hulpmiddelen;
• Hergebruikte hulpmiddelen zijn eerste keus in (her)verstrekking;
• Meer dan 97% van de in de depots herbruikbare hulpmiddelen worden weer opnieuw ingezet;
• Deze hulpmiddelen krijgen na een eerste gebruiker nog tussen de 3 en meer dan 10 gebruikers;
• Dankzij deze efficiënte en algemeen toegepaste werkwijze zijn de kosten van inzet van hulpmiddelen 3 maal lager dan zonder.