Arbeidsgehandicapten werken onder hun niveau

Staatssecretaris Klijnsma kondigde vorig jaar nog trots aan dat in 2015 de doelstelling van het banenplan ruimschoots gehaald was. In de eerste drie kwartalen van 2016 is het aantal banen voor mensen met een beperking echter gedaald…Bovendien blijkt dat in de banen die gecreëerd zijn, arbeidsgehandicapten vaak ver onder hun niveau werken.
Daling aantal banen voor arbeidsgehandicapten in 2016
In 2026 moeten 200.180 mensen met een beperking aangepast werk hebben bij overheid en reguliere bedrijven. Om deze doelstelling van het banenplan van staatssecretaris Jette Klijnsma te halen moeten er vanaf startjaar 2012 jaarlijks zo’n 12.000 banen bijkomen. Nu het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) de cijfers over de eerste drie kwartalen van 2016 bekend heeft, blijkt dat het aantal banen voor mensen met een beperking gedaald is, van 96.236 eind 2015 naar 94.860 in (kwartaal 3) 2016.
In Trouw zoekt Aart van der Gaag, commissaris en ambassadeur van ‘100.000 banen’, naar een verklaring voor deze daling. Dat het aantal banen in het eerste kwartaal van 2016 met bijna 4.000 daalde, heeft volgens hem te maken met de invoering van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ). Volgens de WWZ moeten werkgevers mensen die twee jaar met een tijdelijk contract gewerkt hebben, een vaste baan geven. Veel werkgevers deinzen daarvoor terug. Van der Gaag merkt dat het bedrijfsleven niet helemaal gelooft dat gemeenten garant staan om de kosten op zich te nemen als een arbeidsgehandicapte werknemer ziek wordt (‘no-risk-polis’). Werkgevers vragen zich ook af hoe lang een beperking een beperking blijft. “Stel je neemt iemand in vaste dienst aan, zegt het UWV dan niet na een paar jaar: ‘Deze werknemer functioneert al jaren prima bij jou, hij is helemaal niet arbeidsbeperkt’”, geeft Van der Gaag als voorbeeld.
Het forse verlies aan tijdelijke banen voor arbeidsgehandicapten in het eerste kwartaal blijkt niet gecompenseerd te worden door nieuwe jobcreatie. In de eerste drie kwartalen van 2016 kwamen er slechts mondjesmaat banen bij. Bij het bedrijfsleven kwamen er weer meer banen bij dan bij de overheid. Van der Gaag verwacht dat in het laatste kwartaal van 2016 een inhaalslag is gemaakt, zoals dat ook in het laatste kwartaal van 2015 het geval was. Of dat ook zo is, zal nog uit de cijfers blijken.
Arbeidsgehandicapten blijken vaak overgekwalificeerd voor hun werk
Ook vanuit een andere hoek komt kritiek op het banenplan en de Participatiewet. Onderzoek * toont aan dat arbeidsgehandicapten vaak ver onder hun niveau werken. Maar liefst 35,5 procent van de gehandicapte werknemers blijkt overgekwalificeerd voor het werk dat ze doen. Dit verkleint het werkplezier, waardoor velen van hen na een jaar weer uitstromen. Volgens de onderzoekers heeft de nadruk die de Participatiewet legt op het creëren van banen voor mensen met een beperking op middellange termijn dan ook niet het gewenste resultaat.
Bij het streven naar het bereiken van het aantal banen, mag de kwaliteit niet uit het oog verloren worden. “Naast het creëren van banen, moeten werkplekken en vaardigheden van arbeidsgehandicapten beter op elkaar aansluiten”, zegt hoofdonderzoeker Annemarie Künn (ROA). De Participatiewet stelt dat werkgevers verplicht zijn om de werkplek en de inhoud van het werk te laten aansluiten op de vaardigheden van de arbeidsgehandicapte werknemer. Maar ook de Sociaal-Economische Raad (SER) concludeerde al eerder dat lang niet alle werkgevers aan deze verplichting voldoen.
Verder speelt ook discriminatie een rol. Arbeidsgehandicapten hebben een kleinere kans om een baan te vinden die aansluit bij hun vaardigheden vanwege vooroordelen en gebrek aan informatie bij werkgevers. De mismatch blijft vervolgens bestaan, omdat werknemers met een beperking ook minder vaak deelnemen aan trainingen en cursussen.
* Uitgevoerd door het Researchcentrum voor Opleiding en Arbeidsmarkt (ROA) en CBS