Nieuws

Beroepsdeformatie van een rollatordokter

2 december 2013, Supportbeurs

Tijdens de opleiding fysiotherapie is het er al ingeslopen. De gewoonte om afwijkende looppatronen van mensen op straat te zien en er proberen achter te komen wat zo iemand mankeert. Die man heeft last van zijn linker enkel, denk je dan. Zeker weten doe je het niet. Je kunt moeilijk zo iemand aanspreken en vragen of je wat testen mag doen om te kijken of je diagnose klopt. Om daarna triomfantelijk uit te roepen: ‘zie je wel, dat er aan de enkel iets mankeert!’

Naarmate je meer werkervaring hebt ga je steeds meer zaken herkennen en wordt je diagnose steeds beter. Bepaalde aandoeningen begin je in de vingers te krijgen. Een man die met lopen steeds door een heup zakt of een iemand met een afwijkende stand van een hand of de vingers herken je vaak in een oogopslag. Ook de mate waarin iemand de ziekte van Parkinson heeft of de blik van een persoon met Alzheimer herken je ondertussen uit duizenden. Ik ben nog wel net zo verstandig om mensen met klachten geen ongevraagd advies te geven.

Er is een afwijking bij mijzelf bij gekomen. Sinds de rollator mijn ding is geworden, kan ik niet meer over straat zonder te letten op iedere rollator die ik tegenkom. Als door een magneet aangetrokken kijk ik naar bijna elke rollator die ik onderweg zie. En dat zijn er nogal wat in Rotterdam-Ommoord. Misschien wel de wijk met de hoogste rollatordichtheid van Nederland. ‘Die staat te hoog afgesteld’, ‘zij loopt te ver achter de rollator’,’ die remkabel is helemaal verbogen, daar blijft ze binnenkort achter haken’, ‘niet verstandig om twee zware boodschappentassen aan een handvat te hangen’. Ik zie het meteen. Hoewel er een plausibele verklaring kan zijn voor een net iets te hoog afgestelde rollator, kan het toch nooit de bedoeling zijn dat de handvatten soms op elleboog hoogte staan.

Meestal houd ik die informatie voor me, maar soms lukt dat niet. Niet dat ik de rollatorgebruikers op straat aanspreek over mijn bevindingen. Dat vind ik net wat te ver gaan, hoewel sommige situaties daar wel bijna naar vragen. Maar ik deel wat ik opmerk wel af en toe met mijn vrouw. Hoewel ik het gevoel heb dat ik veel voor me houd, mag het van mijn vrouw nog wel wat minder. Ik doe mijn best, al valt het niet mee!

Veel therapeuten zullen het wel herkennen, denk ik. Goed observeren wordt ons tijdens de opleiding met de paplepel ingegoten. Dat zullen we dan doen ook. Het is een soort tweede natuur geworden. Soms doen we het niet eens bewust. Een huisarts zal er vast ook last van hebben, evenals kappers en modeverkopers. Beroepsdeformatie zal wel wijdverbreid zijn en helaas zo goed als ongeneeslijk.

Bekijk & lees alle artikelen door Frank de Boer

Ook interessant