Nieuws

Cliëntondersteuning bij woningaanpassingen

11 augustus 2019, Supportbeurs

Complexe woningaanpassingen gaan verder dan een beugeltje hier en een drempeltje daar. Het zijn ingewikkelde processen met veel partijen. Dat verloopt vaak niet vlekkeloos. Ook sluit het gemeentebeleid niet altijd aan op de dagelijkse zorgpraktijk thuis. Een gemeente wil kosten beheersen, een cliënt een bruikbare oplossing, die past bij zijn leefwijze. Gevolg zijn stroeve, langdurige procedures. Met voor gemeenten hogere kosten en voor cliënten een inadequate woningaanpassing.

De cliënt neemt het initiatief met zijn aanvraag voor een woningaanpassing. De regie ligt daarna bij de gemeente. Die onderzoekt de mogelijkheden en neemt een besluit. De woningeigenaar (wooncorporatie of cliënt) realiseert vervolgens de aanpassingen. Gemeenten, adviseurs en Wmo-consulenten zijn meestal voldoende deskundig. De meeste cliënten doorgaans niet. Terwijl zij wel van het resultaat afhankelijk zijn.

De regie hoort dan ook meer bij de cliënt te liggen. Die heeft dan wel deskundige ondersteuning nodig. En professioneel vervaardigde stukken (zoals een ergonomisch eisenpakket, bouwtekeningen, begroting). Uiteindelijk ontlast dat zowel de cliënt als de gemeente.

•          Communicatie.
Complexe woningaanpassingen vragen specifieke deelkennis op verschillende terreinen. Zoals indicatiestelling, eisenprogramma, bouwtechnische uitwerking. De betrokkenen, met hun verschillende achtergronden in zorg of bouw, spreken niet elkaars taal. Dat schept verwarring en werkt vertragend. Begeleiding door een onafhankelijke deskundige, die de cliënt terzijde staat beperkt deze problemen. Met zijn kennis en overzicht van alle betrokken disciplines komt een kwalitatief en financieel verantwoorde maatwerkvoorziening tot stand.

•          Cliëntoverleg bij maatwerkvoorzieningen.
Gemeente en gebruiker zijn samen verantwoordelijk voor een adequate aanpassing. Hun (financiële) belangen verschillen. Beide partijen hebben soms een onrealistisch beeld van elkaars mogelijkheden en beperkingen. Een onafhankelijke coach zoekt haalbare oplossingen. Dat scheelt tijd, misverstanden en kosten.

•          Projectbegeleiding.
In de huidige praktijk leggen veel gemeenten de verantwoordelijkheid voor de uitvoering bij de eigenaar-bewoner zelf. Deze beschikt doorgaans niet over de deskundigheid hiervoor. Wat leidt tot een kwalitatief onvoldoende resultaat. Dat is niet in zijn belang of in dat van de gemeente.

•          Gelijkwaardigheid in expertise.
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) verlangt dat burger en gemeente samen geschikte oplossingen zoeken. Daarvoor moeten de posities van beide partijen gelijkwaardig zijn. Wat natuurlijk alleen lukt, wanneer de burger over dezelfde informatie en expertise beschikt als de gemeente waar hij woont. Die laatste wordt immers ondersteund door gespecialiseerde professionals of externe adviesbureaus.

De gemeente behoort cliënten dan ook in staat te stellen, om eigen deskundigheid in te huren. Voor bijvoorbeeld een “second opinion”. Een goede adviseur versoepelt het Wmo-overleg door overbodige ruis (“rechtvaardigheid” versus “beleid”) weg te nemen. Door de vertrouwensrelatie accepteert de cliënt het sneller van zijn adviseur, indien verwachtingen niet haalbaar blijken. Dat komt de kostenbeheersing ten goede.

Deze vorm van cliëntondersteuning bij complexe woningaanpassingen past binnen de nieuwe Wmo 2015. Gemeenten krijgen daarin de plicht tot het bieden van onafhankelijke begeleiding, gefinancierd binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

Lees alle artikelen door Ir. Johan Grootveld

Ga naar alle vragen & antwoorden over woningaanpassingen >

Ook interessant