Decentralisatie zorgt voor grote verschillen in gehandicaptenzorg
De zorg in Nederland is flink in beweging. Vanaf januari 2015 wordt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) vervangen door nieuwe regelingen, die beter zouden moeten aansluiten bij de huidige zorgbehoeften van mensen. ‘Zouden moeten’, want de huidige praktijk maakt duidelijk dat er nog heel wat moet gebeuren, willen deze veranderingen niet tot grote verschillen in gehandicaptenzorg leiden.
‘Maatwerk’ gemeenten leidt tot grote verschillen gehandicaptenzorg
Met ingang van volgend jaar krijgen de gemeenten meer én andere verantwoordelijkheden binnen de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Dit geldt bijvoorbeeld voor het persoonsgebonden budget (PGB), de begeleiding en mogelijkheden van dagbesteding voor thuiswonende gehandicapten.
Gemeenten zullen op basis van de behoeften en eigen mogelijkheden van cliënten zo veel mogelijk ‘maatwerk’ leveren. Maar uit onderzoek van Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) blijkt dat veel gemeenten niet realistisch zijn in hun calculatie van het budget dat ze voor gehandicaptenzorg opzij moeten zetten en dat grote groepen gehandicapten daardoor het risico lopen straks niet meer de zorg te krijgen die ze nodig hebben. “Grootste probleem is het bedrag dat gemeenten willen betalen voor de verzorging van gehandicapten. Dat is soms wel 60 procent minder dan er nu aan wordt uitgegeven”, stelde VGN-directeur Schirmbeck in een interview met Radio EenVandaag.
In de praktijk leidt dit dus tot onverantwoord grote verschillen in de gehandicaptenzorg, afhankelijk van de gemeente waar een zorgbehoevende woont.
‘Vergeten groep gehandicapten’ toch in Wet Langdurige Zorg
Goed nieuws is dat de groep van ongeveer tienduizend ‘vergeten gehandicapten’ die thuis intensieve zorg en toezicht nodig hebben, toch onder het regime van de Wet Langdurige Zorg (WLZ) terechtkomen. Zij vallen dus de ‘landelijke’ regeling en zijn niet afhankelijk van hoe iedere gemeente afzonderlijk een en ander toepast. Onder de bevoegdheid van het Rijk krijgen ze niet met ‘onnodige financiële en administratieve consequenties te maken als de gemeenten voor hun zorg verantwoordelijk zouden worden’, aldus Staatssecretaris Van Rijn in een brief aan de Tweede Kamer. De cliënten moeten echter wel zelf aangeven of ze voor de WLZ in aanmerking willen komen.
Let op: dit is een overgangsregeling. In 2015 zal een individuele beoordeling van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) moeten uitwijzen wie effectief de nieuwe toegangsdrempel van de WLZ haalt. Wie te licht bevonden wordt, zal alsnog een beroep op het gemeentelijke domein moeten doen.
Meervoudig gehandicapten overgeleverd aan ‘maatwerk’ zorgverzekeraar
De aangekondigde veranderingen in de zorg leiden begrijpelijk tot heel wat onzekerheid bij de doelgroep zelf. En het dreigt niet alleen bij de zorgtaken van de gemeenten mis te gaan. Ook de wijze waarop de zorgverzekeraars met hun extra bevoegdheden kunnen omgaan, leidt tot onrust.
Personen met een ernstige / complexe handicap en intensieve behoefte aan gehandicaptenzorg vallen dan onder de WLZ. Na een indicatie van het CIZ hebben zij de keus; thuis blijven wonen of naar een zorginstelling. Waarbij het uiteindelijk wel de bedoeling is dat cliënten zo lang mogelijk zelfstandig / thuis blijven wonen, in plaats van in een zorginstelling. De verpleging en verzorging thuis valt vanaf begin volgend jaar onder de bevoegdheid van de zorgverzekeraar. Ook hier is ‘maatwerk’ het doel, want in de ‘nieuwe’ zorg worden mensen als individuen centraal gezet. Maar bij complexe problematieken, zoals die bijvoorbeeld spelen bij meervoudig gehandicapten, dreigt het fout te gaan.
In het regime van de huidige AWBZ bleek het al geen sine cure om een weg te banen door het ‘hokjesdenken’ en passende zorg in te kopen met het PGB. Maar nu wordt een verdere inkrimping gevreesd als de zorgverzekeraar zelf – in plaats van een onafhankelijke instantie – moet beoordelen wat ‘passende zorg van verantwoord niveau’ is. Een zorgverzekeraar dus, die eigen besparingsdoelstellingen heeft, beoordeelt of de zorg die u wenst wel ‘effectief’ en ‘doelmatig’ is. Dat dat onzekerheid oproept bij degenen die zorg nodig hebben moge duidelijk zijn…
Bron afbeelding: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.