Nieuws

Effecten Prinsjesdag op portemonnee mensen met een beperking

16 september 2015, Supportbeurs

Op Prinsjesdag zijn de kabinetsplannen voor komend jaar officieel openbaar gemaakt. Niet iedereen profiteert in 2016 van de aantrekkende economie… Mensen met een beperking gaan er niet op vooruit. Dit blijkt uit het koopkrachtonderzoek dat belangenorganisatie Ieder(in) door het Nibud heeft laten uitvoeren. Afhankelijk van de gemeente waar iemand met een beperking woont kan er zelfs sprake zijn van een forse achteruitgang in koopkracht!

Het verlies aan koopkracht voor veel chronisch zieken en mensen met een beperking zet volgend jaar onverminderd door. Daar waar je woont bepaalt mede hoeveel je in je portemonnee overhoudt.

Dit jaar is er al beknibbeld op huishoudelijke hulp, deze tendens zet zich in 2016 voort. Ook voor dagbesteding en begeleiding wordt volgend jaar minder geld door gemeenten uitgetrokken. Veel gemeenten brengen ook bovenop wat landelijk vastgesteld is extra kosten in rekening voor algemene voorzieningen die zij via de Wmo leveren. Afhankelijk van de gemeente waar mensen hun begeleiding en ondersteuning aanvragen, kan het verschil in de gevolgen van Prinsjesdag voor de koopkracht oplopen tot maar liefst 14.9 %. Voor een werkende met een beperking net boven het minimum is het koopkrachtverlies 11,1 %; de werkende zonder beperking gaat er 3,8 % op vooruit.

De cijfers van het koopkrachtonderzoek van Nibud op een rij:
Werkenden gaan erop vooruit: 2,6 %
Werkenden met een beperking verliezen tussen: -2,9% en -11,1%

Uitkeringsgerechtigden gaan er iets op vooruit: 0,2 %.
Uitkeringsgerechtigden met een beperking verliezen tussen: -2,3 en -12,5 %.

Ouderen gaan er iets op vooruit: 0,2 %.
Chronisch zieke ouderen verliezen tussen: -3,5 % en -10,8 %.

Steeds meer chronisch zieken en mensen met een beperking zullen afzien van zorg, waardoor het zeker niet beter met ze zal gaan. Soms wordt de zorg door hun zwart ingehuurd, waardoor ze niet meer verzekerd zijn van zorg. Als het vervoer te duur wordt, hebben ze vaak geen keus en stoppen mensen met werken of besluiten ze niet meer naar de dagbesteding te gaan. Meedoen aan het maatschappelijke leven wordt zo steeds moeilijker en de zogenaamde participatiemaatschappij ligt nog ver in het verschiet.

Het is belangrijk dat gemeenten zorgvuldig onderzoeken naar wat chronisch zieken en mensen met een beperking nodig hebben en wat zij kunnen betalen aan zorg. Een financiële bijsluiter bij het keukentafelgesprek helpt mensen meer inzicht in hun zorgzaken te krijgen. Om de grote verschillen die er nu tussen gemeenten bestaan enigszins acceptabel te houden is verder een landelijke norm voor maximale zorgkosten noodzakelijk.

Bron: Ieder(in)

Ook interessant