Nieuws

Gemeenten moeten beleid huishoudelijke hulp indiceren aanpassen

12 juni 2016, Supportbeurs

De hoogste rechter van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft onlangs bepaald dat huishoudelijke hulp nog altijd onder de WMO valt en dat gemeenten hun beleid hier op moeten aanpassen. Goed nieuws als je afgelopen tijd minder huishoudelijke hulp hebt gekregen dan waar je eerder recht op had of als je huishoudelijke hulp zelfs helemaal is gestopt. Voor de gemeenten is het echter nog niet zo gemakkelijk om hun WMO beleid aan te passen. Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG): “Voor de gemeenten resteert echter de moeilijke opdracht om met een krimpend budget alle cliënten te ondersteunen”.

Gemeente verantwoordelijk voor schoon en leefbaar huis

Heb jij in jouw gemeente geen of minder ‘eenvoudige schoonmaakondersteuning’ ontvangen na invoering van de WMO 2015? Dan moet de gemeente dat nu terugdraaien. Ook heeft de rechter geoordeeld dat een gemeente jou voor huishoudelijke hulp niet meer naar de particuliere markt mag verwijzen. Oók niet als ze je dan financiële compensatie geven als je een laag inkomen hebt. Kortom: de gemeenten zijn, óók onder de WMO 2015, verantwoordelijk om jou in een ‘schoon en leefbaar’ huis te laten wonen.

Jouw gemeente is niet verplicht om ‘oude aanspraken’ op huishoudelijke hulp, die toegekend zijn onder de WMO 2007, klakkeloos over te nemen. Wil de gemeente jouw indicatie wijzigen, dan dient dat te gebeuren “op basis van objectief en onafhankelijk onderzoek naar de tijd die nodig is voor een schoon en leefbaar huis”.

Verschillen gemeentelijk beleid huishoudelijke hulp

Hoe de huishoudelijke hulp waar je onder de WMO recht op hebt geregeld wordt, kan per gemeente verschillen. Er zijn gemeenten die huishoudelijke hulp als een algemene voorziening aanbieden en gemeenten die een maatwerkvoorziening hebben.

Utrecht heeft bijvoorbeeld een maatwerkvoorziening in de vorm van modules. Volgens het CRvB is dat o.k, maar is deze werkwijze wel aan strenge regels gebonden.
Zo moeten de standaardmodules gebaseerd zijn op ‘deugdelijk en onafhankelijk onderzoek’. Met andere woorden objectief onderzoek dat “inzicht geeft in de vraag welk niveau van schoon voor een huishouden verantwoord is, welke activiteiten daarvoor nodig zijn, hoeveel tijd dat kost en hoe vaak dit moet worden gedaan om te kunnen spreken van een schone en leefbare woning of van schone en draagbare kleding”.
Werken met modules mag dus geen ‘verkapte’ vorm van het kortwieken van jouw huishoudelijke hulp zijn!
Naar aanleiding van de uitspraak van het CRvB neemt de gemeente Utrecht een onafhankelijk adviesbureau in de arm om te onderzoeken of het mogelijk is om objectieve normtijden op te stellen voor een ‘schoon en leefbaar huis.
VNG volgt dit onderzoek met belangstelling om te kijken of de resultaten ook voor andere gemeenten bruikbaar zijn.

Gemeenten dienen ‘concreet’ resultaatgericht te indiceren

Een andere populaire maatregel bij gemeenten om hun verantwoordelijkheden in het kader van de WMO concreet in te vullen, is ‘resultaatgericht indiceren’. Misschien heb jij hier in jouw gemeente ook al ervaring mee? Bij ‘resultaatgericht indiceren’ sluit de gemeente contracten af met zorgaanbieders over de resultaten die ze moeten behalen. Resultaten kunnen bijvoorbeeld zijn: ‘een schoon huis’, ‘beschikken over schone kleding’, ‘versterking van de zelfredzaamheid’ enz. Hoe de zorgaanbieders het resultaat bereiken, is dan even geen zorg meer van de gemeenten. In de praktijk bleek echter dat veel zorgaanbieders korten op het aantal uren zorg dat ze geven of op de kwaliteit van hun personeel om uit de cijfers te komen. En dan ben jij daar als cliënt toch weer de pineut van.

Ook dat is nu met de uitspraak van de CRvB van de baan. In het indicatiebesluit dat een gemeente met zorgaanbieders sluit, moet concreet staan hoeveel zorg er geboden moet worden en moet er uitgestippeld worden hoe het gevraagde resultaat bereikt wordt. Dit verplicht de gemeenten tot een heel ander inkoopbeleid dan ze hadden verwacht, dus ook dit is een streep door hun rekening.

Ook interessant