Gemeenten niet klaar voor ‘nieuwe’ jong arbeidsgehandicapten
Sinds begin dit jaar is de Participatiewet ingevoerd. ‘Nieuwe’
jong arbeidsgehandicapten, die nog wel deels in staat zijn te werken, lijken
echter met de invoering van deze wet buiten het zicht van de overheid te
vallen.
Jonge arbeidsgehandicapten vinden moeilijk een baan
Jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt hebben grote moeite met het vinden van een
betaalde baan en komen vaak niet in aanmerking voor een uitkering. In de
praktijk blijkt dat gemeenten hun zaakjes nog niet dusdanig op orde hebben, dat
zij deze groep van duizenden ‘nieuwe’ jonge arbeidsgehandicapten bij kunnen
staan.
Jongeren met een arbeidsbeperking ontvingen zodra zij 18
werden automatisch een Wajong-uitkering. Was een jongere in staat werk te
verrichten, dan kregen zij begeleiding via een werkregeling.
Vanaf januari 2015 krijgen jongeren met een arbeidsbeperking alleen nog een
Wajong-uitkering als zij voor 80 procent of meer zijn afgekeurd. De overige groep
jong arbeidsgehandicapten vallen sindsdien onder de Participatiewet. Het is de plicht
van de gemeente waar de jongere woonachtig is om hem/haar te helpen bij het
vinden van een betaalde baan. Tot op heden slagen gemeenten daar onvoldoende
in.
Vorig jaar kwamen er per maand 1.500 nieuwe Wajongers bij,
dat aantal is nu gedaald naar ongeveer 200 per maand.
Wie helpt jongeren met arbeidsbeperking op weg?
De ‘nieuwe’ jonggehandicapten vinden maar moeilijk een
werkplek en blijven vaak bij hun ouders in huis wonen. Zij hebben dan geen
recht op een bijstandsuitkering. Zo kan het gebeuren dat een jonggehandicapte
niet in de administratieve systemen van de gemeentelijke sociale dienst staat
en geheel uit het zicht verdwijnt. De wil om te werken is er, maar wie helpt deze
jongere op weg?
Onder werkgevers is de bereidheid jongeren met een arbeidsbeperking in dienst te
nemen. Daartoe zijn zij ook verplicht volgens de Quotumwet, waarin staat
beschreven dat werkgevers in 2025 in totaal 100.000 extra werkplekken dienen te
creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. Het aantal gerealiseerde extra
werkplekken valt tot nu toe echter behoorlijk tegen.
Opname in doelgroepenregister lastig
Directeur Jan-Jaap de Haan van Cedris, de brancheorganisatie
van sociale werkbedrijven merkt op: “Wat Cedris het meest zorgen baart, is
dat het UWV veel mensen voor wie werkgevers loonkostensubsidie krijgen niet
aanmerkt als arbeidsbeperkt. Dan lukt het ons om een jongeman met een
gedragsstoornis bij een welwillende drukkerij te plaatsen, waar hij voor 60
procent kan meedraaien. De drukker betaalt 60 procent van het loon, de gemeente
vult de rest aan. Vervolgens willen we hem bij het UWV aanmelden voor het
zogenoemde doelgroepregister, zodat hij meetelt voor de banenafspraak van
werkgevers en de overheid. Maar het UWV zegt dat die man ook bloemzaadjes kan
sorteren en zo zelfstandig het minimumloon kan verdienen. Dus wordt hij niet in
het register opgenomen.”
Op deze manier bestaat het gevaar dat werkgevers die zich extra willen inzetten
het voor gezien houden en uiteindelijk jongeren met een arbeidshandicap jarenlang
uitzichtloos thuiszitten. Want de welwillende werkgever kan niet
profiteren van de voordelen, omdat het UWV van mening is dat er in theorie nog
wel een andere functie is die de jong gehandicapte kan uitoefenen.
Voor een jongere die wél in het doelgroepregister staat
opgenomen, hoeft de werkgever namelijk niet door te betalen bij ziekte. Daarnaast
ontvangt deze werkgever een bonus van de overheid voor zijn inspanningen en het
feit dat hij een jong arbeidsgehandicapte onder zijn hoede neemt.
Directeur de Haan van Cedris geeft aan dat de negentig
sociale werkbedrijven met ruime kennis van en over de groep ‘nieuwe’ jong
arbeidsgehandicapten graag bereid is te helpen. Hij stelt voor dat Cedris in
plaats van het UWV in de toekomst beoordeelt of een jongere wel of niet in het
doelgroepregister thuishoort.
Bron: Trouw