Kabinet zoekt maatregelen tegen stijgende zorguitgaven

De stijgende uitgaven in de zorg vragen al jaren extra aandacht van de overheid. Strikte maatregelen om de uitgaven te beperken hebben in het verleden hun vruchten afgeworpen, maar ondanks al die inspanningen gaat onder kabinet Rutte III maar liefst 16,7 miljard euro extra naar de zorg. Minister De Jonge sluit extra maatregelen niet uit en laat alvast in kaart brengen welke ingrepen mogelijk zijn om beter grip te krijgen op de groei van de zorguitgaven.
Zorgsector groeit sneller dan economie
In januari 2019 constateerde het Economisch Bureau van ING na een onderzoek al dat de zorgsector dit jaar een nog groter onderdeel zal vormen van onze samenleving. De zorg groeit door de vergrijzing; er zijn steeds meer ouderen en daardoor ook meer chronisch zieken. Maar ook technologische innovaties en de economische groei zelf zorgen voor een groeiende zorgvraag. Wanneer het economisch goed gaat, zijn er immers loon- en prijsstijgingen en wordt er ook altijd meer zorg geconsumeerd.
De groei van de sector groeit dit jaar (+3 procent) voor het eerst in zes jaar zelfs weer harder dan de economie (+2 procent). Dat is een keerpunt, want door de strikte overheidsinspanningen van de afgelopen jaren om de uitgaven te beheersen, groeiden de zorguitgaven minder snel vergeleken met de meeste andere ontwikkelde landen. Dat is ook nodig, want Nederland blijft één van de EU-landen met relatief de grootste uitgaven in de zorg. Volgens een recent rapport van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) besteedde Nederland in 2016 10,3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) aan gezondheidszorg. Het Europese gemiddelde ligt op 9,9 procent. Alleen in Frankrijk, Duitsland, Zweden, Oostenrijk en Denemarken ligt het aandeel hoger.
Stijgende uitgaven in de zorg in 2019
Dat de uitgaven in de zorg nu toch weer hard(er) groeien, komt vooral door de overheidsuitgaven voor verpleeghuiszorg en wijkverpleging. De uitgaven voor de geneeskundige zorg stijgen minder hard dankzij landelijke afspraken met artsen en ziekenhuizen, bijvoorbeeld over volumeplafonds. De extra injectie van 16,7 miljard euro in de zorg is overigens al minder dan de 19 miljard, die eerder was begroot. Deze bijstelling van 2,3 miljard euro werd mede mogelijk gemaakt door zorg dicht(er) bij huis te organiseren met behulp van e-health. Wanneer zorg op de juiste plek wordt gegeven, komt er meer grip op de groei van de zorguitgaven, is de achterliggende gedachte. In de hoofdlijnenakkoorden van 2019-2022 zijn opnieuw afspraken gemaakt over kwaliteitsverbeteringen en doelmatigheid in de zorg en maatregelen op het gebied van genees- en hulpmiddelen.
Met 71 miljard euro aan netto zorguitgaven, is de zorg verreweg de grootste kostenpost voor onze overheid. Tel je daar nog eens eigen betalingen, jeugdzorg en de uitgaven binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) bij op, dan kom je op een bedrag uit van maar liefst 85 miljard euro. Een duizelingwekkend hoog bedrag. In de praktijk betekent dit dat iedere volwassen Nederlander gemiddeld zo’n 5.490 euro per jaar aan zorg betaalt via premies en belastingen.
Extra maatregelen voor betere grip op de uitgaven in de zorg
Volgens Minister De Jonge van Volksgezondheid zullen extra stappen gezet moeten worden om een betere grip te krijgen op de stijging van de zorguitgaven. Het is zijn bedoeling om extra mogelijkheden tot bezuiniging in kaart te (laten) brengen, maar (pijnlijke) besluiten erover schuift hij door naar een volgend kabinet.
Eén van de mogelijkheden die door een commissie wordt onderzocht is hoe de uitgaven voor de zorg voor thuiswonende ouderen in de toekomst op peil gehouden kunnen worden. Aan de Sociaal Economische Raad (SER) heeft de minister gevraagd om de gevolgen van de stijgende zorgkosten voor de arbeidsmarkt en economie in kaart te brengen. En de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) moet in kaart brengen “welke inzichten ons op weg kunnen helpen naar naar beheersing van de zorguitgaven op lange termijn”, aldus De Jonge.
De minister heeft daarnaast ook aan alle politieke partijen gevraagd om al hun ideeën om de uitgaven in de zorg verder te beperken op tafel te leggen en te laten doorrekenen door het Centraal Planbureau (CPB). Het valt volgens de minister niet uit te sluiten dat er in de toekomst lastige keuzes gemaakt moeten worden, maar “lastige keuzes zijn makkelijker te nemen als we met meer zekerheid kunnen zeggen dat het ook verstandige keuzes zijn”, aldus de bewindsman.