Nieuws

Mantelzorgers en vrijwilligers geven meeste zorg

1 februari 2017, Supportbeurs

In ons land is het aandeel van de informele zorg, dat is de zorg die mantelzorgers, familie, vrienden en vrijwilligers verlenen, onmisbaar. Dit blijkt maar weer eens uit een onderzoek door het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). *

Bijna 2 miljoen volwassen Nederlanders ontvangen zorg en ondersteuning

Ongeveer één op de drie van de volwassen Nederlanders heeft een gezondheidsbeperking. Dan gaat het om lichamelijke beperkingen, psychische klachten en/of geheugenklachten, variërend van licht tot ernstig. Vooral lichamelijke klachten komen veel voor: ruim één op de vijf volwassen Nederlanders heeft fysieke klachten, al dan niet gecombineerd met psychische en/of geheugenproblemen.

De onderzoekers van het SCP keken vervolgens naar de volwassenen met lichamelijke beperkingen. Eén op de tien volwassen Nederlanders lijdt aan een matige tot ernstige lichamelijke aandoening. Het zijn vooral de mensen met ernstige lichamelijke klachten die zorg en ondersteuning* ontvangen. Zij hebben grote moeite met alle dagelijkse handelingen en met hun persoonlijke verzorging. Opvallend is echter dat 20% van hen géén zorg en ondersteuning ontvangt. Dat kan zijn omdat ze te weinig kennis hebben over welke ondersteuning ze kunnen krijgen en hoe ze die moeten aanvragen of omdat ze eerder nare ervaringen hebben gehad met het aanvragen van zorg en ondersteuning. Ook de meerderheid (61%) van de volwassenen met een matige lichamelijke aandoening ontvangt zorg en ondersteuning.

Mantelzorgers en vrijwilligers zorgen voor 1,2 miljoen volwassen Nederlanders

Van de 2 miljoen zelfstandig wonende, volwassen Nederlanders die zorg en ondersteuning ontvangen, ontvangt 1,2 miljoen dit vanuit het eigen netwerk, met andere woorden van mantelzorgers en vrijwilligers. Publiek gefinancierde hulp wordt aan 850.000 mensen geleverd en 400.000 mensen genieten van particulier gefinancierde hulp. Deze aantallen liggen in dezelfde lijn als een jaar eerder (2014). Een opvallend verschil met 2014 ligt in het aandeel mensen die huishoudelijke hulp krijgen; dat ligt in 2015 lager dan in 2014.

Het zijn vooral de mantelzorgers en vrijwilligers die de hulp in het huishouden op zich nemen. Een verklaring voor de daling is volgens de onderzoekers lastig vast te stellen. Ook wat betreft persoonlijke verzorging zijn het vooral mantelzorgers en vrijwilligers die hiervoor instaan. Voor de zwaardere en meer gespecialiseerde hulp zoals verpleging en begeleiding worden meestal publiek gefinancierde professionals in de arm genomen. De eerdere verwachtte verschuiving naar meer particulier gefinancierde hulp heeft nog niet plaatsgevonden, meestal omdat het voor veel mensen niet vol te houden is om dergelijke zorg langdurig vanuit eigen middelen te betalen.

Meer zorg en ondersteuning gewenst

De vraag werd ook gesteld of de zorg en ondersteuning die mensen ontvangen, toereikend is. Bijna 8% van de zelfstandig wonende volwassen Nederlanders geeft aan meer zorg en ondersteuning nodig te hebben. De meerderheid van hen (5%) ontvangt nu al enige vorm van hulp; 3% krijgt op dit moment nog geen enkele zorg of ondersteuning. Er is vooral meer behoefte aan extra huishoudelijke hulp.

* Zie nieuwe publicatie SCP “Zorg en Ondersteuning in Nederland: kerncijfers 2015”. In het SCP onderzoek valt onder ‘zorg en ondersteuning’ alleen hulp bij het huishouden, hulp bij persoonlijke verzorging, verpleging of begeleiding. Andere zorg zoals medische zorg, ziekenhuisbezoeken, administratieve ondersteuning of zorg aan mensen in een instelling of verpleeghuis, werd niet meegerekend. Zorg en ondersteuning aan Nederlanders onder de 18 jaar werd eveneens niet in dit onderzoek meegenomen.

Ook interessant