Nieuws

Met conservatief begroten hou je flink geld over…

9 november 2016, Supportbeurs

Conservatief begroten en onduidelijkheid over het aantal cliënten die zorg en ondersteuning nodig hebben in een gemeente. Dat zijn de twee voornaamste redenen waarom alle gemeenten tezamen vorig jaar maar liefst 1,2 miljard euro hebben overgehouden op hun budget voor WMO en Jeugdzorg. Zuur om te horen als je flink gekort bent op de zorg en ondersteuning waar je recht op hebt of zorg mijdt door de hoge eigen WMO-bijdragen. Ook zuur voor alle zorgverleners die zonder werk zijn komen te zitten door alle bezuinigingen. Hoe nu verder?

Overschot groter dan verwacht

In het voorjaar bracht onderzoek van Binnenlands Bestuur aan het licht dat veel gemeenten flink wat budget over zouden houden voor maatschappelijke ondersteuning en jeugdzorg. Dit leidde tot heel wat verontwaardigde reacties van politici, belangenorganisaties en al diegenen die direct of indirect te maken hadden met de ernstige versobering van sociale voorzieningen. Het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) heeft nu een analyse gemaakt van alle definitieve financiële gegevens over 2015. Uit deze analyse blijkt het overschot nog véél groter te zijn dan werd verwacht.

Van hun totale budget van 13,8 miljard euro gaven gemeenten vorig jaar in totaal 12,7 miljard euro uit: 5,6 miljard euro aan maatschappelijke ondersteuning, 3,1 miljard euro aan Jeugdzorg en 4 miljard euro aan algemene voorzieningen en PGB’s.
Voor de uitvoering van de Participatiewet hadden de gemeenten echter een tekort van bijna 400 miljoen euro. Minus dit tekort blijft er nog een overschot van 800 miljoen euro over.

Wat te doen met het overschot?

De ene gemeente houdt geld over, de andere kampt met tekorten. Een nadere analyse is wenselijk”, reageert de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). De VNG en het Rijk kwamen in september al overeen dat gemeenten het overschot niet hoeven terugbetalen aan het Rijk. De komende twee jaar wordt het budget vanuit het Rijk richting gemeenten wel verlaagd. Het overschot dat in 2015 door gemeenten is opgebouwd, wordt voor de komende jaren gereserveerd.

De besteding van het budget mag komende jaren wel anders. “Er zijn veel mensen gekort en kinderen hebben langer op hulp moeten wachten. Achteraf kunnen we zeggen dat er te scherp bezuinigd is”, aldus Marijke Vos, voorzitter van Sociaal Werk Nederland. Volgens haar bevestigen de resultaten van de analyse door het CBS het beeld van de decentralisaties. “De decentralisatie op zich is een goede beweging. Maar dat deze gepaard ging met grote bezuinigingen was niet verstandig. Gemeenten moeten nu de transformatieslag gaan slaan en het initiatief nemen om te vernieuwen in plaats van te bezuinigen”. Volgens Vos is het essentieel dat gemeenten meer gaan investeren in preventie, lichte hulp, vroeg signaleren en lokale samenwerking. Het doel van de decentralisaties was onder meer een zo breed mogelijke aanpak van problemen. Vos hoopt dat gemeenten het onderzoek van het CBS gebruiken als signaal om de uitvoering van hun taken te optimaliseren.

De zorg na de decentralisatie: beter of slechter?

De zorg is voor verbetering vatbaar. Maar liefst 46% van de WMO-cliënten vindt dat de zorg verslechterd is ten opzichte van vorig jaar en amper 10% ziet een verbetering. Dit beeld komt overeen met dat van cliënten die Jeugdzorg krijgen: bijna de helft vindt dat de zorg minder goed is geworden terwijl slechts 8% een verbetering zag. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van Binnenlands Bestuur onder 3.490 Nederlanders en 478 gemeenteambtenaren.
Opvallend is dat de ambtenaren positiever geworden zijn over de zorg na de decentralisatie. Terwijl vorig jaar nog een kwart van de ondervraagde ambtenaren vreesde voor negatieve gevolgen voor de burger, is dat nu nog slechts 10%.

Ook interessant