Nieuws

Moet je als PGB-houder transitievergoeding betalen?

25 juli 2017, Supportbeurs

Chronisch zieken en gehandicapten kunnen in Nederland gebruik maken van het zogeheten PGB, het Persoonsgebonden Budget. Met dit budget koop je zelf zorg in. Door de inkoop van deze zorg ga je als PGB-houder een arbeidsrelatie aan met de zorgverlener. Je kunt dan ook zeggen dat je een werkgever bent en dat je het salaris van de zorgverlener betaalt uit het PGB. Betekent dit dan ook dat je aan de zorgverlener een transitievergoeding moet betalen als het dienstverband ophoudt te bestaan?

Wet Werk en Zekerheid

Sinds de invoering van de WWZ, de Wet Werk en Zekerheid, moet een werkgever een transitievergoeding aan werknemer betalen als het dienstverband tegen de wil van de werknemer wordt opgezegd én deze langer dan 24 maanden in dienst was. Geldt de verplichting om een transitievergoeding te betalen ook voor de PGB-houder die afscheid neemt van een zorgverlener? De vergoeding komt in dat geval meestal ten laste van het PGB. Is dat de bedoeling van de wetgever geweest? Of zorgt de bijzondere aard van deze arbeidsovereenkomst ervoor dat de transitievergoeding niet verschuldigd is? Over deze vragen oordeelde het Gerechtshof Arnhem-Leeuwaarden.

Casus verstoorde relatie PGB-houder en zorgverlener

In de zaak die bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voorlag, was er een verstoorde relatie ontstaan tussen de PGB-houder (werkgever) en de zorgverlener (werknemer). Volgens de PGB-houder had de zorgverlener zelf ontslag genomen. De zorgverlener betwistte dit, ging naar de kantonrechter en eiste dat de PGB-houder het salaris moest doorbetalen.

Kantonrechter kent transitievergoeding niet toe

De kantonrechter ontbond de arbeidsovereenkomst omdat er sprake was van een verstoorde arbeidsrelatie. Maar naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vond de kantonrechter het toekennen van de transitievergoeding onaanvaardbaar. De kantonrechter oordeelde dat de PGB-houder geen economisch voordeel beoogde te behalen met de arbeidsovereenkomst en dat het PGB geen ruimte liet voor de toekenning van een transitievergoeding. De vergoeding werd niet toegekend.

Hof kent transitievergoeding wél toe

De zorgverlener was het niet eens met de beslissing van de kantonrechter, ging in hoger beroep en verzocht het Hof om alsnog de transitievergoeding toe te kennen. In tegenstelling tot de kantonrechter keek het Hof strikt naar de wet en de daarin genoemde uitzonderingen. Het Hof oordeelde dat de zorgverlener in principe aanspraak kon maken op de transitievergoeding, omdat de arbeidsovereenkomst langer dan 24 maanden duurde en op verzoek van de PGB-houder was beëindigd terwijl er geen sprake was van ernstig verwijtbaar handelen.

Het Hof stelde vervolgens dat de toepasselijkheid van een transitievergoeding in een zaak waarin de werkgever een PGB-houder is, niet is uitgesloten. Het Hof vond het bovendien onvoldoende duidelijk dat toekenning van de transitievergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar was, zoals de kantonrechter had geoordeeld. De wetgever heeft volgens het Hof geen aanleiding gezien om voor de verhouding tussen de PGB-houder en zorgverlener een uitzondering te maken op de verschuldigdheid van de transitievergoeding. De transitievergoeding werd daarom alsnog toegekend.

De wetgever

Heeft de wetgever de situatie van een PGB-houder over het hoofd gezien? Onderscheidt de arbeidsovereenkomst tussen de PGB-houder en een zorgverlener zich niet van reguliere arbeidsovereenkomsten? Blijkbaar heeft de wetgever geen aanleiding gezien om een uitzondering te maken op de transitievergoedingsregeling in de situatie van de PGB-houder. Dit betekent dat de vergoeding ten laste komt van het PGB, wat er toe zal leiden dat de PGB-houder minder zorg kan inkopen. Is dat wel de bedoeling geweest van de wetgever? Of ligt hier een taak weggelegd voor de wetgever om de wet te wijzigen?

Wat vind jij er van dat een PGB-houder ook een transitievergoeding dient te betalen en daardoor minder zorg kan inkopen?

Ook interessant