Nog te weinig werkplekken voor mensen met een beperking
Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is niet blij met de vorderingen die gemeenten maken bij het creëren van beschutte werkplekken voor met name mensen met een beperking. Ze gaat daarom nu afspraken maken met onder andere de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en andere betrokken partners om te komen tot meer daadkracht en betere resultaten.
Gemeenten moeten echte banen creëren
Kamerleden dienden onlangs een motie in die ertoe moet leiden dat gemeenten echte banen beschikbaar maken voor mensen die – ook met loonkostensubsidie – niet bij een regulier bedrijf aan het werk kunnen. De motie werd aangenomen en Klijnsma vindt dat er nu boter bij de vis geleverd moet worden door de gemeenten. Zij krijgen een budget van de Rijksoverheid om banen te scheppen die een reëel salaris en pensioenopbouw opleveren. Dat budget is echter niet toereikend volgens de gemeenten en zij vinden dat ze te veel bij moeten leggen op de (dure) beschutte werkplek. Voor dat geld helpen ze liever meerdere mensenmet een minder grote afstand tot de arbeidsmarkt aan een baan. Het overgrote deel van de Nederlandse gemeenten biedt daarom mensen met een beperking vrijwilligerswerk of dagbesteding aan in plaats van die echte baan die het kabinet van ze verlangt.
Het beoogde aantal banen wordt niet gehaald
Ondanks dat Jette Klijnsma bij herhaling heeft laten weten dat ze vindt dat de gemeenten zich niet aan de afspraken houden, wil ze vooralsnog geen maatregelen nemen tegen hen. Op de derde dinsdag in september maakte ze wel bekend dat ze de komende vijf jaar € 100 miljoen extra beschikbaar stelt om de gemeenten tegemoet te komen. De aangenomen motie door de kamerleden heeft extra druk gelegd op zowel de staatssecretaris als op de gemeenten om hun opdracht serieus te nemen en echt aan de slag te gaan. In 2015 zouden eigenlijk 1600 van de 30 duizend beschutte werkplekken gecreëerd moeten zijn, maar het is inmiddels duidelijk dat dat aantal niet gehaald wordt.
Leiden is de uitzondering op de regel
Een gemeente die behoort tot de twintig procent die wel in staat is voldoende beschutte werkplekken te creëren, is Leiden. In die stad werd de opdracht om mensen met een beperking een échte baan te bieden in handen gelegd van SW-bedrijf DZB. De nieuwe werknemers komen echter niet in dienst van dit bedrijf maar bij een speciaal daartoe opgerichte stichting. De gemeente wil namelijk geen uitbreiding van de sociale werkvoorziening en ook geen toename van het ambtenarenapparaat. Praktisch gezien was DZB al bezig met de uitvoering van de Participatiewet en de mensen die er nu bij komen, sluiten daar uitstekend bij aan. Door de zaken efficiënter te organiseren is het DZB gelukt om de kosten omlaag te brengen. Dat is onder meer gelukt door een betere productielijn op te zetten en groepsdetacheringen tot stand te brengen. De verantwoordelijk wethouder is trots op de bereikte resultaten, die wellicht als voorbeeld kunnen dienen voor al die gemeenten die nu nog heel veel beren op de weg zien bij het creëren van ‘echte’ banen voor mensen met een beperking.