Plannen kabinet Rutte III voor de zorg op een rijtje

In het regeerakkoord ‘Vertrouwen in de toekomst’ concluderen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie dat het Nederlandse zorgstelsel tot de beste van Europa behoort. Tegelijkertijd constateren zij dat veel mensen zich zorgen maken of de zorg die ze nodig hebben er wel is én of ze die kunnen betalen. Om hier werk van te maken, zijn volgens Rutte III geen nieuwe hervormingen nodig; wel verbeteringen die ertoe bijdragen dat iedereen op de juiste plek en het juiste moment toegang heeft tot goede zorg. Welke maatregelen voorziet het nieuwe kabinet om ons zorgstelsel te verbeteren?
Betaalbare zorg
Met stip op één in de top ergernissen van SupportBeurs-lezers staat de (on)betaalbaarheid van de zorg. Ook de regering erkent dat er een stapeling van betalingen plaatsvindt en neemt volgende maatregelen:
1. In tegenstelling tot wat op Prinsjesdag werd aangekondigd, wordt het maximaal verplichte eigen risico ‘bevroren’ op 385 euro per jaar. Tot 2021 wordt de indexatie buiten werking gezet en blijft het eigen risico op dit niveau. Dit zou door het financieringssysteem in de Zorgverzekeringswet (Zvw) wel leiden tot hogere zorgpremies. Wat daar het gevolg van is, weten we definitief op 12 november, als alle verzekeraars hun premie voor 2018 bekend hebben gemaakt. DSW verraste eind september in ieder geval door de premie én het eigen risico licht te laten dalen; een symbolisch signaal voor een eerlijkere verdeling van zorgkosten tussen chronisch zieke en gezonde mensen.
2. Veel mensen die zorg en ondersteuning ontvangen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), maken hun eigen risico in de Zvw vol. Om stapeling van eigen betalingen te voorkomen, voert het kabinet een nieuw abonnementstarief in. Huishoudens die gebruik maken van Wmo-voorzieningen betalen 17,50 euro per vier weken. De eigen WMO-bijdragen komen hierdoor los te staan van gebruik, inkomen, vermogen en samenstelling van het huishouden. Gemeenten behouden de ruimte om in het kader van ‘maatwerk’ lagere eigen bijdragen vast te stellen (bijvoorbeeld bij mantelzorg) en krijgen 145 miljoen euro, bedoeld om deze vereenvoudiging en verlaging van eigen bijdragen te co-financieren.
3. Verder blijft de huidige anti-cumulatieregeling behouden, waardoor je als huishouden geen eigen bijdrage meer betaalt voor een WMO-maatwerkvoorziening als je ook al een eigen bijdrage betaalt voor zorg uit de Wet landurige zorg (Wlz). De eigen bijdrage voor Wlz-zorg en beschermd wonen (Wmo) worden verlaagd.
4. Gemeenten moeten zorgen voor een goede prijs-kwaliteitverhouding bij het inkopen van Wmo-voorzieningen. Het beleid dat hiervoor in de Algemene Maatregel van Bestuur is vastgelegd, wordt begin 2019 geëvalueerd. Gemeenten hebben daarnaast ruimte voor het stellen van specifieke, functionele eisen bij publieke aanbestedingen in het sociale domein.
5. Er komen schrapsessies met zorgaanbieders, zorgverleners, verzekeraars en toezichthouders voor minder bureaucratie en minder regeldruk; ook één van de grote ergernissen voor SupportBeurs-lezers.
6. Er komt in 2019 een maximum aan wat je als verzekerde moet bijbetalen in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem: maximaal 250 euro per jaar per verzekerde. Dit zal een grote opluchting zijn voor mensen die bepaalde geneesmiddelen nodig hebben, waarbij de eigen betalingen fors kan oplopen (bijvoorbeeld ADHD-medicatie).
Betere zorg
Mensen moeten kunnen vertrouwen op goede zorg thuis en steun voor hun mantelzorgers”, staat te lezen in het regeerakkoord. Hiertoe wordt de uitvoering van de Wmo geëvalueerd: kwaliteit van de keukentafelgesprekken, onafhankelijke cliëntenondersteuning en procedures voor klachten en bezwaren passeren de revue. Knelpunten die uit deze evaluatie naar boven komen, worden gericht aangepakt. De druk voor mantelzorgers moet omlaag en het kabinet gaat afspraken maken met gemeenten om in ondersteuning voor mantelzorgers te voorzien, zoals respijtzorg en dagopvang.
Onnodige zorg moet voorkomen worden en dat kan onder andere door meer in te zetten op eerstelijnszorg, waardoor minder mensen een beroep op tweedelijnszorg moeten doen. Het bereikte resultaat van geleverde zorg moet voor zorgprofessionals belangrijker zijn dan omzet. Er zullen hiertoe ‘uitkomstindicatoren’ ontwikkeld worden.
Voor de periode 2019-2022 komt er een nieuw hoofdlijnenakkoord voor de medisch-specialistische zorg, geestelijke gezondheidszorg, huisartsen- en multidisciplinaire zorg en wijkverpleging. Dat moet de overheid 1,9 miljard euro per jaar opbrengen. Vallen de uitgaven onverwacht hoger uit, dan wordt het macrobeheersingsinstrument ingezet. Maatregelen om de kosten van genees- en hulpmiddelen te beheersen, zullen een besparing van ruim 460 miljoen euro per jaar opleveren.
Het persoonsgebonden budget (Pgb) blijft in alle zorgwetten verankerd. Het kabinet wacht de resultaten van initiatieven rond persoonsvolgende bekostiging en een integraal pgb af, om eventueel andere maatregelen te nemen.
Betere zorg vraagt ook meer geld. Het kabinet investeert 2,1 miljard euro in de verpleeghuiszorg (in het kader van de uitvoering van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg), zodat onder meer de personeelstekorten weggewerkt worden. Meer kwaliteit van zorg kan daarnaast ook bereikt worden door anders te gaan werken: kleinschalig, vraaggericht, innovatief, met minder regels en meer vertrouwen in de zorgprofessionals. Voor de bevordering van innovatieve werkwijzen, zoals eHealth, stelt Rutte III 40 miljoen euro beschikbaar gedurende deze kabinetsperiode en na 2021 per jaar 5 miljoen euro. De aangekondigde bezuiniging op de Wlz van 188 miljoen euro wordt teruggedraaid.
Zorgverzekeraars
Het kabinet blijft het systeem met private zorgaanbieders en –verzekeraars onder publieke randvoorwaarden steunen, al wordt meteen aangegeven dat het voor verbetering vatbaar is. Zo komt er een wettelijke basis voor de inspraak van verzekerden, patiënten en cliënten op het beleid van hun zorgverzekeraar / zorgaanbieder. Het kabinet gaat tevens in overleg met de initiatiefnemers van de Wet houdende een verbod op winstuitkering door zorgverzekeraars, om te regelen dat geld dat bestemd is voor zorg, ook daadwerkelijk aan zorg besteed wordt. Ook wordt gekeken naar manieren om samenwerking in het belang van patiënten, bijvoorbeeld in ziekenhuizen, te bevorderen door belemmerende mededingingsregels aan te passen.
In het kader van de wildgroei aan polissen, moet er meer transparantie en standaardisatie van het totale aanbod van polissen komen, zodat vermeden wordt dat zorgverzekeraars dezelfde polissen tegen verschillende prijzen (laten) aanbieden.
Het kabinet wil verder dat het aanbod van zogeheten budgetpolissen vermindert, omdat deze de solidariteit van het zorgverzekeringsstelsel in het gedrang brengen.
Wanneer zorgverzekeraars zorg inkopen, moeten ze niet alleen naar prijs maar zeker ook naar kwaliteit kijken. Zorgaanbieders en verzekeraars moeten het daarom voor verzekerden gemakkelijker (laagdrempeliger) maken om inzicht te krijgen in de kwaliteit van het zorgaanbod en in de ingekochte zorg per polis. Voor bepaalde hulpmiddelen, zoals een rolstoel of kruk, zal er een preferentiebeleid gelden, wat betekent dat de verzekeraar alleen de hulpmiddelen vergoedt die als voorkeurshulpmiddel zijn aangeduid. Wie toch een hulpmiddel van een ander merk, model of prijsklasse wil, moet in de toekomst zelf bijbetalen.
Preventie
Toegang hebben tot de juiste zorg is essentieel, maar nog beter is geen of minder zorg nodig hebben. In de periode 2017-2021 zal het kabinet Rutte III 170 miljoen euro uittrekken voor preventie en gezondheidsbevordering met ‘bewezen effectieve interventies en maatregelen’. Na 2021 gaat het om een investering van 20 miljoen euro per jaar.
Om specifiek roken en overgewicht adequaat aan te pakken zal er een nationaal preventieakkoord met patiëntenorganisaties, zorgaanbieders, zorgverzekeraars, gemeenten, sportverenigingen en –bonden, bedrijven en maatschappelijke organisaties gesloten worden. De tabaksaccijns wordt verhoogd en ook problematisch alcoholgebruik wordt aangepakt.
Inclusieve samenleving
Het kabinet Rutte III wil een “samenleving waarin iedereen mee kan doen ongeacht talenten of beperkingen” en zet verder in op de implementatie van het VN-Verdrag. Partijen die achterblijven in hun inspanningen om toegankelijkheid te bevorderen, worden in contact gebracht met ‘voorlopers’. Om de gehandicaptenzorg te verbeteren en ervoor te zorgen dat voor iedereen die dat nodig is, een goede plek in een instelling beschikbaar is, wordt het kwaliteitskader gehandicaptenzorg als basis genomen. Gemeenten worden gestimuleerd om afspraken met woningcorporaties te maken voor voldoende en passende woonruimte. In samenspraak met gemeenten en zorgkantoren, zal het kabinet de komende regeerperiode 55 miljoen euro extra investeren in onafhankelijke cliëntondersteuning. Na 2021 bedraagt de investering hierin 10 miljoen euro per jaar. Er komen duidelijkere en eenvoudigere financieringsregels voor de combinatie van passend onderwijs en zorg.
Medisch-ethisch
Last but not least zet het kabinet enkele medisch-ethische onderwerpen op een rijtje, waarbij ‘grote zorgvuldigheid’ betracht moet worden bij het overwegen van beleidswijzigingen op dat vlak. Het gaat concreet om medisch wetenschappelijk onderzoek (met aparte vermelding voor onderzoek met embryo’s en de mogelijkheid om DNA van embryo’s te veranderen), vraagstukken betreffende de ‘laatste levensfase’ (euthanasie) en de wijziging van de Wet op orgaandonatie door het opnemen van een actief donorregistratiesysteem. Het kabinet belooft tot slot alle nieuwe ontwikkelingen zorgvuldig in overweging te nemen.
Noot redactie: inmiddels zijn de namen bekend van de twee nieuwe ministers op het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) : Hugo de Jonge (CDA) en Bruno Bruins (VVD).