Transities in de zorg: wat betekent dit voor gemeenten in de praktijk?
De gemeenten zien zich voor een heleboel extra taken in het kader van de zorg, ondersteuning en jeugdzorg gesteld. Hoe zal dat in de praktijk verlopen?
Transities in de zorg voor de gemeenten
De nieuwe zorgtaken waarvoor een gemeente zich gesteld ziet, worden onderverdeeld in drie transities. Zo nemen gemeentes alle taken met betrekking tot de Jeugdzorg over. De tweede transitie betreft werklozen en mensen die deels arbeidsongeschikt zijn weer aan het werk helpen (Participatiewet). Tot slot zijn er de taken in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO, waaronder thuishulp, beschermd wonen, dagbesteding en het ter beschikking stellen van hulpmiddelen vallen.
Opdat iedere hulpbehoevende ook in 2015 nog van de zorg en ondersteuning geniet die hij/zij nodig heeft, moesten alle gemeenten tegen 15 november jl. hun inkoopcontracten voor zorg in het kader van de nieuwe WMO en Jeugdzorgtaken ondertekend hebben. Een noodzakelijke voorwaarde, maar daarmee is de kous natuurlijk nog niet af. In een eerder artikel schreven we dat er toch nog behoorlijk wat ‘puntjes op de i’ gezet moeten worden, om de voorbereidingen op de nieuwe zorgtaken op schema te hebben.
Naast het regelen van de inkoop, moeten ook de beleidsplannen opgesteld zijn, moeten burgers en professionals geïnformeerd worden over de gevolgen van de transities voor hen en moeten de gemeenten de zorg laagdrempelig en herkenbaar ingericht hebben. En uiteraard moeten gemeentes hun organisatie erop ingericht hebben om van beleid en plannen tot adequate uitvoering over te gaan.
Nieuwe taken, extra mankracht
Om de hoeveelheid nieuwe taken uit te voeren, hebben gemeenten extra mensen nodig. Neem bijvoorbeeld de taken in het kader van de Participatiewet: het begeleiden van werklozen en deels arbeidsongeschikten naar werk maakt dat gemeenten behoefte hebben aan klantmanagers, jobcoaches, no-riskpolisspecialisten, extra administratief personeel en mensen die al deze nieuwe mensen en taken coördineren. En omdat de gemeenten dit ook allemaal nog eens met een kleiner budget moeten doen, liefst een aantal mensen die al deze taken combineren… als een levensechte duizendpoot. Of creatief zijn en externe krachten inhuren…
Hoeveel extra mensen precies nodig zijn, hangt uiteraard ook af van de zorgvraag. En ook dat hebben veel gemeenten nog niet helemaal in beeld.
In de praktijk: zorg over de zorg
Hoe goed de gemeenten zich ook hebben voorbereid… niemand weet precies of de overdracht van alle nieuwe zorgtaken ook vlekkeloos zal verlopen. Veel gemeenten maken zich bijvoorbeeld zorgen of ze alle zorg- en hulpbehoevenden in hun gemeente wel in beeld hebben. En of ze voldoende budget gereserveerd hebben om iedereen de zorg en ondersteuning te geven, die ze nodig hebben. Veel gemeenten hebben daarom geld gereserveerd als buffer om ‘overgangsjaar 2015’ op een goede manier door te komen. Het mag duidelijk zijn… 2015 wordt het jaar van de waarheid voor de zorg!