Nieuws

Van Ark wil breed offensief om meer arbeidsgehandicapten aan werk te helpen

23 september 2018, Supportbeurs

Tamara van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, heeft niet stilgezeten. Na het sneuvelen van haar hoofdlijnennotitie loondispensatie Participatiewet kondigt ze in een brief aan de Tweede Kamer een ‘breed offensief om meer mensen met een beperking aan werk te helpen’ aan. Rode draad in het pakket maatregelen is dat het voor werkgevers eenvoudiger moet zijn om mensen met een arbeidsbeperking aan te nemen én dat het voor arbeidsgehandicapten zelf aantrekkelijker moet zijn om (meer) te gaan werken, hetzij in regulier werk, hetzij in beschut werk.

Mislukking loondispensatie Participatiewet

Meer dan de helft van de mensen met een arbeidsbeperking heeft momenteel geen werk. Terwijl er afgelopen jaren al wel stappen zijn gezet om arbeidsgehandicapten aan het werk te helpen. Denk maar aan de Participatiewet, de Wet banenafspraak en het quotum. Eind 2017 hadden werkgevers 36.904 extra banen ten aanzien van de nulmeting in 2015 gerealiseerd. Daarbij is een wrange conclusie dat overheidswerkgevers nog een forse inhaalslag moeten maken, maar in totaliteit is de doelstelling van de banenafspraak over 2017 wel gehaald. Ook verloopt de ontwikkeling van beschut werk, na een moeizame start, steeds beter. Werkten eind 2016 nog slechts 313 mensen op een beschutte werkplek, dat waren dat er op 31 maart 2018 al 1.465. Mooi, maar dat cijfer schiet flink tekort vergeleken met het aantal uit de ministeriële regeling; die gaat uit van 4.600 beschutte werkplekken eind 2018.

Ondanks al deze inspanningen is dus nog steeds een ruime helft van de mensen uit de doelgroep banenafspraak, níet aan het werk en is meer dan de helft van de mensen die niet zelfstandig in staat zijn het wettelijk minimumloon te verdienen, werkloos. Op 27 maart 2018 lanceerde Van Ark haar hoofdlijnennotitie loondispensatie Participatiewet. Dit plan kreeg meteen forse kritiek en na verder onderzoek en gesprekken met gemeenten, sociale partners, cliëntenorganisaties, het College voor de Rechten van de Mens en ervaringsdeskundigen (Wij staan op!), moest ook de staatssecretaris zelf concluderen dat het invoeren van loondispensatie in de Participatiewet niet de gewenste vereenvoudiging brengt. Niet alleen zou dit plan leiden tot zwaardere administratieve lasten voor de arbeidsgehandicapten zelf, maar ook tot een verzwaring van de uitvoeringslast en bijgevolg een langere implementatieperiode bij gemeenten. Tot slot was de beoogde vereenvoudiging voor werkgevers, waar het in het plan om te doen was, in de praktijk lastig te realiseren. Dit plan is dus nu definitief van de baan.

Breed offensief voor arbeidsgehandicapten nodig

Volgens Van Ark kunnen nog flinke stappen vooruit gezet worden als “in den brede ingezet wordt op het verhogen van de kans op duurzame banen voor mensen uit de doelgroep banenafspraak”. Zo’n breed offensief is volgens haar haalbaar “omdat iedereen ervan doordrongen is dat verbeteringen binnen het huidige systeem mogelijk en nodig zijn”. De kern van het pakket maatregelen is opnieuw dat het voor werkgevers eenvoudiger moet zijn om mensen met een beperking in dienst te nemen én dat het voor arbeidsgehandicapten aantrekkelijker moet zijn om (meer) te werken. Van Ark maakt in haar brief melding van zes voorlopige uitwerkingen, die ze verder met alle partners wil oppakken.

1. Vereenvoudiging loonkostensubsidie

Op dit moment hanteren gemeenten verschillende werkwijzen met betrekking tot de loonkostensubsidie, waardoor het voor werkgevers vaak onnodig complex is om arbeidsgehandicapten aan te nemen. Van Ark pleit onder andere om één landelijke standaardmethodiek voor de loonwaardebepaling te hanteren en om heldere afspraken te maken over de manier waarop de loonkostensubsidie wordt verstrekt en uitbetaald.

2. Werk moet lonen

Het kabinet vindt het belangrijk dat werken moet lonen voor arbeidsgehandicapten die vanuit een uitkering gaan werken. Dat is met de huidige loonkostensubsidie echter niet altijd het geval, omdat arbeidsinkomsten één-op-één worden verrekend met de Participatiewet-uitkering. Van Ark stelt een vrijlatingsregeling voor, vergelijkbaar met de vrijlatingsregeling voor mensen met een medische urenbeperking. Wanneer mensen met een beperking die in deeltijd werken een deel van hun inkomsten uit arbeid kunnen behouden, zal (meer) werken altijd lonen.

3. Extra impuls match werkgever – werknemer

Werkgevers en werkzoekenden vinden elkaar niet altijd even snel en efficiënt in de arbeidsmarktregio’s. Zelfs nu niet, nu de arbeidsmarkt krap is en werkgevers voor veel vacatures er niet in slagen geschikte werknemers te vinden. Een krappe arbeidsmarkt biedt kansen voor mensen met een arbeidsbeperking, maar dan moeten werkgevers hen wel weten te vinden. Wanneer UWV en gemeenten in elke arbeidsmarktregio voor één, herkenbaar, gezamenlijk en publiek aanspreekpunt zorgen voor werkgevers én hun aanbod van werkzoekenden veel meer en beter inzichtelijk maken voor werkgevers, moet een match beter te maken zijn.

4. Vereenvoudiging Wet banenafspraak en quotum

Van Ark wil ook iets doen aan de knelpunten in de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten. Eén van de knelpunten is dat het niet mogelijk is om de inkoop van diensten correct mee te tellen bij de quotumregeling. Ook het meetellen van inleenverbanden is bewerkelijk. De staatssecretaris wil daarom naar een simpeler systeem waarin werkgevers meer mogelijkheden krijgen om extra banen te realiseren én ze daarbij met minder administratieve lasten te maken krijgen. Ook wil ze werkgevers belonen wanneer ze méér mensen met een arbeidsbeperking in dienst nemen dan is afgesproken. Dit moet een extra motivatie zijn om arbeidsgehandicapten een kans te geven.

5. Vereenvoudiging Wajong

Met drie verschillende regelingen met elk verschillende rechten en plichten, is de Wajong zeer complex geworden. Staatssecretaris Van Ark wil “een begrijpelijke regeling, waarbij werken lonend is, waarbij mensen die gaan studeren er niet op achteruit gaan en mensen niet langer bang hoeven te zijn dat ze hun uitkeringsrecht verliezen als ze gaan werken”. Ze heeft al een pakket aan maatregelen aangekondigd, zoals een voorstel voor een eenduidige en uitlegbare inkomensondersteuning en maatregelen om Wajongers te stimuleren om te gaan werken of zich te blijven ontwikkelen via studie of opleiding. Het kabinet zal extra middelen uittrekken voor het UWV om Wajongers te helpen bij het vinden en behouden van werk.

6. Extra impuls beschut werk

Beschut werk: leren van elkaar” worden gemeenten gestimuleerd ervaringen en werkwijzen uit te wisselen en van elkaar te leren. Het project “Simpel switchen in de participatieketen” bekijkt welke hindernissen mensen ervaren als ze tussen verschillende vormen van arbeidsparticipatie switchen. Het moet mogelijk zijn dat mensen de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen en zich veilig te voelen om een stap van bijvoorbeeld dagbesteding naar beschut werk of van beschut werk naar regulier werk te maken als dat kan. En dat ze, wanneer ze merken dat het in het reguliere werk niet lukt, zonder problemen kunnen terugvallen op beschut werk.

Hoe nu verder?

Staatssecretaris Tamara van Ark gaat in de komende periode overleggen met alle betrokkenen, inclusief mensen met een arbeidsbeperking en cliëntorganisaties. In deze overleggen zijn de uitgangspunten die ze hierboven heeft vermeld leidend. Ze wil de Tweede Kamer nog vóór de begrotingsbehandeling een uitwerking van haar voorstellen kunnen aanbieden.

Ook interessant