Nieuws

Veel ruimte voor verbetering in gehandicaptenzorg

23 juli 2015, Supportbeurs

Verstandelijk gehandicapten worden steeds ouder, maar krijgen tijdens die ‘extra tijd’ wel vaak te maken met allerlei kwalen. De gehandicaptenzorg sluit hier (nog) niet bij aan; huisartsen en psychiaters weten niet altijd goed hoe ze met deze relatief nieuwe doelgroep om moeten gaan.

Eerste hoogleraar voor verstandelijk gehandicapten

Onlangs nam prof. dr. Heleen Evenhuis van het Erasmus MC afscheid als hoogleraar geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten. Zij was mondiaal gezien de eerste hoogleraar die gespecialiseerd was in gezondheidszorg bij verstandelijk gehandicapten. Evenhuis leidde een omvangrijk wetenschappelijk onderzoek naar de gezondheid van verstandelijk beperkte senioren (het zogeheten GOUD-onderzoek, dat staat voor Gezond OUD met een verstandelijke beperking).

Specifieke gezondheidsproblemen

In haar afscheidsrede benadrukt Evenhuis dat verstandelijk beperkte mensen dikwijls te maken hebben met specifieke gezondheidsproblemen. Op jonge leeftijd doen deze mensen vanwege hun eigen specifieke problematiek al een groot beroep op de gezondheidszorg. Nu zij echter steeds ouder worden, ontstaat er als het ware een nieuwe doelgroep. Medici die wel vertrouwd zijn met senioren zonder beperking, weten vaak niet goed hoe ze met deze mensen om moeten gaan. Huisartsen missen kennis van in de gehandicaptenzorg veel voorkomende ziekten en vaak gebruikte medicijnen; psychiaters kunnen niet goed uit de voeten met de gedragsproblemen die deze doelgroep meebrengt.

Aanpassing beroepsonderwijs en gehandicaptenzorg noodzakelijk

Mensen met een verstandelijke beperking bereiken tegenwoordig dus weliswaar een hogere leeftijd, maar krijgen dan wel vaak veel gezondheidsklachten. Om dit goed op te vangen is Evenhuis van mening dat de gehandicaptenzorg, maar óók het beroepsonderwijs aangepast moeten worden. Woonbegeleiders moeten beter opgeleid worden en ook moet de eerstelijnszorg beter ondersteund worden door de poliklinieken voor verstandelijk beperkten. Evenhuis ziet nu een situatie waarin de zorgverlener dikwijls de kennis en expertise mist om de nieuwe doelgroep goed te begeleiden. Wat ook meespeelt is de vaak moeilijke communicatie, bijvoorbeeld vanwege slechthorendheid of slechtziendheid. Al met al ziet Evenhuis een verandering van het beleid als absolute noodzaak om de kwaliteit van leven van ouderen met een mentale beperking te garanderen.

Alsof er niets veranderd is

Het wrange is dat Evenhuis bij haar afscheid in feite voor exact hetzelfde lijkt te pleiten als tijdens haar vijftienjarige loopbaan als hoogleraar. Al in 2002 gaf Evenhuis aan uitermate bezorgd te zijn over de gehandicaptenzorg. Ze doelde hiermee op het feit dat er vaak geen, of niet de juiste, diagnose wordt gesteld en dat mede daardoor verstandelijk gehandicapten lang niet altijd de medische behandeling krijgen die ze nodig hebben. Uiteraard zijn er wel degelijk zaken veranderd in al die jaren; niet voor niets noemde Evenhuis haar afscheidsrede ‘Van ontginnen naar oogsten’. Er is veel terrein ontgonnen, zo meent Evenhuis, en nu moet er geoogst worden.  

Ook interessant