Vraag & antwoord – Mag de gemeente vragen naar ‘het gat in onze begroting’?

Mag de gemeente vragen naar ‘het gat in onze begroting’?
Antwoord door Ir. Johan Grootveld – Architect en adviseur voor woningaanpassingen:
Onder de Wmo 2015 hebben gemeenten veel beleidsvrijheid om zelf in te vullen op welke wijze er gecompenseerd gaat worden. Zo zal de ene gemeente gaan voor een verbouwing, terwijl een andere gemeente iemand liever laat verhuizen naar een beschikbare (huur)woning.
Een bepaalde gemeente koos ervoor om een cliënt te vragen naar zijn eigen financiële mogelijkheden om een bepaalde voorziening te treffen. Mochten die onvoldoende zijn, dan kon die gemeente het beschikbare bedrag, binnen bepaalde grenzen aanvullen. Op deze wijze zou er sprake zijn van een ‘maatwerkvoorziening’ die aansluit op de situatie van betrokkene. Waarbij ook diens ‘eigen kracht’ zou worden aangesproken. Geheel in lijn dus met de gedachte achter de Wmo 2015, lijkt het.
Toch lijkt mij deze constructie niet helemaal in de haak. Niet alleen om de aantasting van de privacy van deze aanvrager. In deze constructie moet de cliënt immers zijn gehele financiële situatie op tafel leggen. Op grond waarvan de gemeente een besluit neemt over de hoogte van een mogelijke aanvulling op een mogelijk aanwezig ‘gat in de begroting’. Al met al lijkt dit meer op een soort handjeklap zoals die op de veemarkt plaatsvindt, dan op het zorgvuldige onderzoek naar de situatie van de aanvrager en mogelijke oplossingen voor het probleem, zoals de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) vereist. Een gemeente zou zich helemaal niet bezig moeten houden met het maken van ‘deals’ als deze.
Vanuit de Wmo heeft een gemeente de taak om te ‘compenseren’ voor de beperkingen die een aanvrager ondervindt. Deze moeten zo objectief mogelijk worden vastgesteld aan de hand van een zorgvuldig en deskundig uitgevoerd onderzoek. Als dat meerdere mogelijke oplossingen voor het probleem oplevert, kiest de gemeente de meest goedkope optie, die voldoende compenserend is. Lang niet altijd komt dat overeen met wat de aanvrager graag had gewild.
Zo’n goedkoopste ‘Wmo-optie’ kan vervolgens ‘in natura’ door de aannemer van de gemeente worden uitgevoerd. Als alternatief kan het met deze oplossing gemoeide investeringsbedrag ook als persoonsgebonden budget (pgb) aan de aanvrager worden verstrekt. Die kan, zo nodig met aanvullende financiering, hiermee de door hem zelf gewenste oplossing realiseren.
In beide gevallen kan de gemeente al dan niet kiezen voor het opleggen van een eigen bijdrage op grond van iemands inkomens- en vermogenssituatie, die daarna via het CAK verder wordt afgehandeld. Dat is tegelijk de enige manier waarop een gemeente onder de Wmo 2015 financiële invloed kan en mag uitoefenen.