Vrijwilligers in de zorg van onschatbare waarde
Onlangs was in het nieuws dat in België het aantal vrijwilligers in de zorg stijgt. Hoe is de situatie in Nederland? Een interessante vraag, zeker gezien de huidige veranderingen die in de zorgsector plaatsvinden.
Vrijwillige inzet lijkt te dalen
Recent onderzoek naar vrijwilligerswerk in Nederland lijkt te duiden op een afname. Op 23 april 2015 verscheen een onderzoek van de Vrije Universiteit onder de noemer ‘Geven in Nederland 2015’. Dit onderzoek meldt dat het aantal Nederlanders dat vrijwilligerswerk doet, procentueel gezien is gedaald. Terwijl in 2010 41% van de bevolking nog vrijwilligswerk deed, was dat percentage in 2014 gezakt naar 37%. Niet alleen het percentage vrijwilligers daalde; ook de tijd die zij gemiddeld besteedden aan hun vrijwilligerswerk nam af; hierbij ging het om een daling van 21 uur per maand naar 18 uur.
De gegevens van het CBS over vrijwilligerswerk geven echter een ander beeld: hieruit blijkt voor het jaar 2013 hooguit een heel lichte daling. Ella Vogelaar, voorzitter van de NOV (Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk), zei in reactie op de cijfers van ‘Geven in Nederland 2015’: “Het aantal vrijwilligers in Nederland blijft stabiel.”
Timing en vraagstelling verklaren (bijna) alles
Deze op het oog tegenstrijdige gegevens kunnen worden verklaard uit de vraagstelling en de timing van de verschillende onderzoeken. Als de uitkomsten nader worden bekeken, dan blijkt dat de cijfers over alle vrijwilligers (wat dus ruimer is dan alleen zorgvrijwilligers) een licht dalende trend laten zien.
Het rapport ‘Even in Nederland 2015’ waarin deze conclusie wordt getrokken geeft aan dat het teruglopen van het aantal vrijwilligers en het aantal door vrijwilligers gewerkte uren vooral te verklaren valt uit ontwikkelingen in de samenleving. Hiermee doelt het rapport met name op het groter wordende beroep dat de overheid op burgers doet op het vlak van mantelzorg en informele hulp. De veranderingen in de zorg maken dat de inzet van vrijwilligers en mantelzorgers steeds belangrijker wordt. Dit kan betekenen dat mensen die voorheen werkzaam waren in een vrijwilligersfunctie hun tijd nu deels in mantelzorg en informele zorg steken.
Voorzichtig omgaan met vrijwilligerskapitaal
Vlaams parlementslid Vera Jans zegt: “We kunnen en willen vrijwilligers niet missen. De overheid heeft haar rol, en de vele professionele zorgverstrekkers natuurlijk ook, toch is er ook een belangrijke rol voor onze samenleving weggelegd. Vrijwilligers zijn hierbij onmisbare partners.” Ella Vogelaar sluit hier mooi op aan: “We moeten voorzichtig omgaan met dit kapitaal. Om met mijn voorganger te spreken: een actieve overheid en een actieve samenleving gaan hand in hand. Wie wil dat mensen nog meer zaken oppakken dan zij al doen, moet ook in die mensen investeren.”
Of de cijfers nu dalen of stijgen, het is een feit dat de bijdrage van vrijwilligers in welke vorm dan ook van onschatbare waarde is voor onze samenleving.