Wat vinden cliënten van de zorgoverdracht naar gemeenten?
Onlangs hebben cliëntenorganisaties in twaalf gemeenten
mensen geïnterviewd over hun ervaringen met de zorgoverdracht naar deze gemeenten.
Voornaamste uitkomst: er is grote behoefte aan meer persoonlijke ondersteuning.
Meer individuele aandacht en begeleiding
De 200 geïnterviewden gaven hun mening over de periode van
oktober 2014 tot en met begin januari 2015. Er bleek grote behoefte te bestaan aan betere
voorlichting en meer persoonlijke informatie over de gevolgen van de
zorgtransitie. De belangenorganisaties hebben in een advies aan de gemeenten
opgeroepen tot meer individuele aandacht en begeleiding.
Niet op de hoogte van de persoonlijke gevolgen
De resultaten van deze eerste evaluatie van de
zorgoverdracht komen overeen met de uitkomsten die uit een eerdere digitale
raadpleging naar voren kwamen. In dat onderzoek werd aan 3.000 cliënten die hun
zorg uit de AWBZ ontvingen hun mening gevraagd in de periode nog voorafgaand
aan de overgang. Ook destijds werd al aangegeven dat mensen niet tot nauwelijks
op de hoogte waren van de persoonlijke gevolgen die de overdracht voor hen inhielden.
Onduidelijkheid en ongerustheid
Tussen oktober 2014 en januari 2015 gaf de gemeente volgens
de ondervraagden voornamelijk algemene informatie en werd de vertaalslag naar
de eigen persoonlijke situatie van de cliënt gemist. Dat leverde heel veel
onduidelijkheid en vooral ook onzekerheid op. Mensen maakten zich zorgen over
de mate waarin zij nog aanspraak konden maken op zorg en huishoudelijke hulp.
Die ongerustheid gold ook voor de vraag of men nog gebruik kon blijven maken
van de eigen, vertrouwde, zorgverlener.
Meer persoonlijke informatie
De meeste ondervraagden gaven aan niet op de hoogte te zijn
van het feit dat er voor hen pas daadwerkelijk iets gaat veranderen als hun
indicatiestelling afloopt. De cliëntenorganisaties adviseren gemeenten om
mensen en hun mantelzorgers hierover persoonlijk te informeren als zij daar
behoefte aan hebben. Als het zogenaamde keukentafelgesprek bijvoorbeeld niet
binnen afzienbare tijd plaatsvindt, kan een informatief gesprek heel veel
onzekerheid en zorgen wegnemen. Bovendien kan in een dergelijk gesprek aan de
orde komen door wie betrokkenen zich daarbij kunnen laten ondersteunen en hoe
zij zich op dat uiteindelijke keukentafelgesprek kunnen voorbereiden.
Inhoudelijke informatie over de uitvoering van het onderzoek
Aan deze eerste evaluatie deden in totaal ongeveer 200 cliënten,
familieleden en mantelzorgers uit twaalf gemeenten mee. De zorgvragers
vertegenwoordigen diverse categorieën cliënten uit alle regio’s van Nederland. Het
onderzoek is onderdeel van het programma Aandacht voor Iedereen (AVI). Dit
programma is opgezet om leden van Wmo-raden en lokale belangenbehartigers te
informeren over de decentralisatie en hen te adviseren over hun rol daarbij.
De negen betrokken organisaties zijn: Ieder(in), Koepel Wmo-raden, LPGGz,
Mezzo, Patiëntenfederatie NPCF, Oogvereniging, ouderenorganisatie CSO, Per
Saldo, en Zorgbelang Nederland. Het programma Aandacht voor iedereen wordt
gefinancierd door het ministerie van VWS.