Werken met chronische ziekte vergt extra inzet van alle partijen
De in werking getreden Participatiewet verplicht gemeenten tot het bevorderen van de arbeidsparticipatie van mensen met een arbeidsbeperking. De wet heeft ook betrekking op mensen met een chronische ziekte of beperking. Wat is er van welke partijen nodig om deze mensen aan een baan te helpen?
Arbeidsparticipatie mensen met een chronische ziekte of beperking
De Participatiewet biedt gemeenten in combinatie met de Quotumwet meer ruimte om oplossingen op maat te creëren. De Quotumwet betrof aanvankelijk alleen mensen met een arbeidsbeperking die niet in staat zijn zelfstandig het minimumloon te verdienen.
De invoering van de wet zou echter het risico met zich meebrengen dat (relatief) hoger opgeleide mensen met beperkingen in de toekomst juist moeilijker werk zouden kunnen vinden. Vandaar dat de wet is verbreed naar mensen die (net) boven het wettelijk minimumloon verdienen. Zo biedt de wet alle mensen met een beperking perspectief op betaald werk.
Werken? Ja, graag!
Meer dan een kwart van de Nederlandse bevolking heeft een chronische aandoening. Veel van deze mensen willen graag werken, maar lopen tegen diverse, uiteenlopende knelpunten aan. Vandaar dat de arbeidsparticipatie van deze groep aanzienlijk lager is in vergelijking met die van de gehele bevolking. In 2013 had 26% van de chronisch zieken of lichamelijk beperkten een baan van minstens 12 uur per week, terwijl dat voor de gehele bevolking 66% was.
Werken met een chronische ziekte vereist vaak extra inspanning, in de eerste plaats natuurlijk van de werknemer zelf. Die kent immers zijn eigen capaciteiten en behoeften het beste. Aansluitend op deze gedachte ontwikkelde Blik op Werk de EigenWerkWijzer; een webtool waarmee arbeidsgehandicapten inzicht krijgen in hun capaciteiten, grenzen, passende werkplekken etc.
Inzet van alle partijen noodzakelijk
Inzet van de chronisch zieke zelf is lang niet altijd voldoende om te komen tot een grotere arbeidsparticipatie. Ook op de overheid wordt een beroep gedaan, evenals op werkgevers en op zorgaanbieders. Om de arbeidsdeelname blijvend te bevorderen, is het van cruciaal belang te inventariseren waar mensen met een chronische beperking of ziekte extra ondersteuning nodig hebben. Zaken als werk dichtbij huis, flexibele werktijden in parttime banen, de mogelijkheid om thuis te werken, aanpassingen op de werkplek, eventuele specifieke scholing etc. dienen meegenomen te worden.
Om ook op termijn te blijven werken, is het voor chronisch zieken daarnaast essentieel dat er op de werkvloer begrip is voor de impact die de ziekte of aandoening heeft op het werk. Ook in de zorgsector dient ruimte gemaakt te worden voor deze arbeidsparticipatie; zo is een ziekenhuis tot op heden aanzienlijk minder goed ingesteld op werkende mensen met een chronische ziekte of beperking dan bijvoorbeeld een supermarkt.
Voorwaarden voor succes
De NIVEL-kennissynthese ‘Chronisch ziek en werk’ onderzocht de voorwaarden waaraan werknemers, werkgevers, overheid en zorgverleners moeten voldoen om de arbeidsparticipatie bij chronische ziekte te bevorderen. De studie beveelt het volgende aan: “voorkom uitval, zoek samen naar passende oplossingen, stel je actief op en plan zorgafspraken efficiënt.” Alleen een extra inspanning van alle betrokken partijen leidt tot de gewenste arbeidsparticipatie van mensen met een chronische ziekte of beperking.