Nieuws

Wijkverpleging krijgt 435 miljoen euro extra

20 juni 2018, Supportbeurs

Als je een chronische ziekte, lichamelijke beperking of psychische stoornis hebt kun je een beroep doen op een wijkverpleegkundige voor persoonlijke zorg en verpleging aan huis. Aangezien het beleid erop gericht is mensen langer thuis te laten wonen, krijgt de wijkverpleging het steeds drukker. Om de kwaliteit van de zorg hoog te houden en te verbeteren heeft minister Hugo de Jonge (VWS) onlangs een onderhandelaarsakkoord bereikt, waarin de toezegging is gedaan om in de periode 2019 – 2022 435 miljoen euro in de wijkverpleging te investeren.

De meerwaarde van wijkverpleging 

Als onderdeel van thuiszorg, valt de wijkverpleging onder de Zorgverzekeringswet (Zvw). Onder wijkverpleging valt verpleging en verzorging aan huis. Verschillende doelgroepen kunnen een beroep doen op wijkverpleging. Van mensen die na een (kortdurend) verblijf in het ziekenhuis thuis (na)zorg nodig hebben, kwetsbare ouderen en chronisch zieken, tot terminale patiënten.

Een wijkverpleegkundige assisteert bij je persoonlijke verzorging (wassen, aan- en uitkleden, verzorgen…) en verricht verpleegkundige handelingen zoals het inbrengen van een katheder of infuus. Een belangrijke meerwaarde van een wijkverpleegkundige zit in de verbindende en signalerende functie. Hij/zij kijkt vanuit een brede invalshoek naar wat je nodig hebt als persoon, als gezin en als bewoner in een wijk. Ook met betrekking tot preventie speelt de wijkverpleging een belangrijke rol. Je kunt bij de wijkverpleging bijvoorbeeld ook terecht voor informatie en advies over zorg en gezondheid. De verpleegkundige stemt haar medische werkzaamheden af met de huisarts of praktijkondersteuner, en haar sociale taken met maatschappelijk werkers, welzijnscoaches, wmo-consulenten, wijkagenten, medewerkers van woningcorporaties enz. Op die manier draagt wijkverpleging bij tot een integrale oplossing, die het beste bij jouw situatie aansluit.

Grote mate van tevredenheid

Wijkverpleging krijgt zowel van cliënten en mantelzorgers als van zorgprofessionals een positieve beoordeling. Dat blijkt uit een onderzoek, gehouden in 2017 door NIVEL onder 2.500 betrokkenen. Wijkverpleegkundigen zijn zelf verantwoordelijk voor de indicatiestelling, omdat ze vanuit hun professionele deskundigheid in de beste positie zijn om in te schatten hoeveel en welke zorg je nodig hebt. Wat jij zelf kan (zelfredzaamheid) en wil, vormt daarbij het uitgangspunt voor zorgprofessionals om goede zorg en ondersteuning te geven. 

Wanneer je de indicatie voor wijkverpleging krijgt, heb je de optie om de zorg in natura te ontvangen, waarbij je kiest uit de zorgaanbieders waarmee jouw zorgverzekeraar een contract heeft, of om zelf de nodige persoonlijke verzorging en/of verpleging bij je thuis in te kopen via een Persoonsgebonden budget (Pgb).

Ook over de geboden zorg, zijn cliënten en mantelzorgers positief. Toch loopt niet altijd alles op rolletjes. Soms zou wel wat meer zorg / hulp gewenst zijn, is er niet altijd een (vaste) contactpersoon bekend of vindt echte afstemming van de zorg tussen mantelzorgers en wijkverpleging niet plaats. De wijkverpleegkundigen op hun beurt zien de werkdruk toenemen door de groeiende vraag en het stijgend aantal complexe zorgvragen en kwetsbare cliënten. Ook melden ze dat de samenwerking met huisartsen goed verloopt, maar dat de afstemming met andere partners zoals gemeenten, sociale wijkteams en ggz-professionals nog beter kan.

Meer geld voor wijkverpleging

Vorige maand heeft minister De Jonge (VWS) een onderhandelaarsakkoord met betrekking tot de wijkverpleging gesloten met ActiZ, Branchebelang Thuiszorg Nederland, Patiëntenfederatie Nederland, VNG, Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland en Zorgverzekeraars Nederland. In dit akkoord zijn afspraken gemaakt over een beweging naar de juiste zorg op de juiste plek. Dit houdt het verplaatsen van de zorg dichter bij de mensen in, waarbij wijkverpleging natuurlijk een grote rol kan spelen. Bovendien kan door de preventieve meerwaarde van wijkverpleging (duurdere) zorg voorkomen worden. Tot slot valt in deze ‘beweging’ ook nog het vervangen van zorg door nieuwe, innovatieve vormen van zorg, zoals bijvoorbeeld e-health.

‘De juiste zorg op de juiste plek’ moet ook in andere zorgsectoren plaatsvinden. Maar wat betreft de wijkverpleging, trekt De Jonge hier in ieder geval al 435 miljoen euro extra voor uit. Een deel van het geld is bedoeld voor het (duurzaam) behouden van het huidig personeel en het aantrekken van nieuw personeel, nodig vanwege de stijgende zorgvraag. Om het langer thuis wonen te stimuleren, trekt het kabinet daarnaast nog eens 340 miljoen euro extra uit. Verder is er nog eens 5 miljoen euro per jaar beschikbaar om de kwaliteit en transparantie in de wijkverpleging te bevorderen en wordt extra geïnvesteerd in het zogenaamde eerstelijnsverblijf. Ook maken de onderhandelaars zich hard om de regeldruk terug te dringen en de omvang van niet-gecontracteerde zorg te verminderen.

Ook interessant