Hulpmiddelen via WMO: hoe zit het met jouw eigen bijdrage?

Kabinet Rutte III wil de stapeling van zorgkosten voorkomen voor mensen met een chronische aandoening of beperking. Eerder werd al bekend dat voor de Wmo vanaf 2019 een abonnementstarief ingevoerd wordt dat voor velen gunstig uitpakt.
Veel mensen weten binnen de huidige regeling, die op dit moment dus nog van toepassing is, niet of ze recht hebben op een vergoeding, of er een eigen bijdrage gevraagd wordt en zo ja, hoe hoog deze dan is. Daarom geven we graag een overzicht van de huidige algemene regels en feiten rond WMO vergoedingen en de eigen bijdrages.
WMO-vrijheid van gemeenten
De gemeenten zijn vrij in het bepalen welke hulpmiddelen ze vergoeden, of ze hiervoor een eigen bijdrage vragen en zo ja, hoe hoog deze eigen bijdrage is. De eigen bijdrage kan binnen dezelfde gemeente ook nog eens per persoon verschillen. De gemeente mag bij het bepalen van de hoogte namelijk rekening houden met inkomen, gezinssituatie, leeftijd en vermogen. Het is niet de gemeente zelf die de eigen bijdrage int, maar het Centraal Administratiekantoor (CAK).
Het bizarre is dat een gemeente niet over de inkomensgegevens van haar inwoners beschikt en de WMO-consulent daardoor tijdens het Keukentafelgesprek geen juiste indicatie kan/kon geven over de hoogte van de eigen bijdrage. Het CAK lanceerde eerder dit voorjaar wel een handige app *, waarmee zowel de gemeente als jijzelf bij benadering de hoogte van jouw eigen bijdrage kan berekenen. Niet tot op de cent precies, maar in ieder geval heb je zo wel een indicatie wat je kunt verwachten.
Feit: eigen bijdrage nooit hoger dan aanschafwaarde hulpmiddel…
Een belangrijke regel waaraan gemeenten zich moeten houden is dat de eigen bijdrage nooit hoger mag zijn dan de aanschafwaarde van het hulpmiddel. De eigen bijdrage wordt om de 4 weken door het CAK geïnd. De gemeente is vrij om te bepalen hoe lang je de eigen bijdrage voor jouw hulpmiddel dient te betalen. Maar de totale eigen bijdrage die je over die hele periode betaalt, mag dus nooit meer zijn dan het aankoopbedrag van het hulpmiddel zelf. Lees wel altijd goed de kleine lettertjes: soms worden onderhouds-, service- en verzekeringskosten ook in rekening gebracht.
… maar: soms is kopen voordeliger dan aanvragen via jouw gemeente
Dat er een maximum zit aan de eigen bijdrage die een gemeente mag berekenen, betekent wel dat de eigen bijdrage soms even hoog is als de aankoopwaarde. Besluit je zelf het hulpmiddel aan te schaffen, dan ben je ook echt de eigenaar en kun je het eventueel later tweedehands doorverkopen.
De gemeente kan hulpmiddelen vaak voordelig(er) inkopen dan jijzelf als particulier. Maar niets houdt je tegen om zelf rond te kijken of er een tweedehands hulpmiddel te koop is of om aantrekkelijke acties van leveranciers in de gaten te houden.
Vraag je een hulpmiddel aan via de gemeente, dan ben je beperkt in je keuze: de gemeente heeft contracten met een beperkt aantal leveranciers en bepaalt welk type hulpmiddel je krijgt. Koop je het zelf, dan is de keuze ook aan jou. Bijkomend voordeel als je zelf koopt, is dat je niet hoeft te wachten op de goedkeuring van je gemeente.
Tot slot zijn de kosten voor hulpmiddelen, evenals voor het onderhoud, verzekering of reparaties ervan soms aftrekbaar; de eigen bijdrage echter nooit.
Maximale periodebijdrage
Heb je naast dit hulpmiddel nog andere hulpmiddelen, zorg of ondersteuning nodig via de gemeente? Er bestaat een zogenaamde ‘maximale periodebijdrage’. Per periode van 4 weken betaal je nooit meer eigen bijdrage dan dit bedrag. In dat geval kan het juist weer wel voordelig zijn om een nieuw hulpmiddel aan te vragen via je gemeente.
Let wel op: stel dat je inkomen stijgt, dan kan jouw eigen bijdrage daardoor ook hoger uitvallen. En als je na verloop van tijd minder zorg nodig hebt, kan de maximale periodebijdrage vervallen, waardoor je relatief juist weer meer betaalt.
* de app (beschikbaar voor IOS en Android smartphone en tablets) is te downloaden via onderstaande links: